Advertenties
• De oplaadingang bevindt zich boven het voetpedaal.
• De POWER SWITCH moet tijdens het opladen in de UIT-stand staan.
• Voor het eerste gebruik dient u de batterij 4-6 uur op te laden. Laad de batterij niet langer
dan 10 uur op om oververhitting van de oplader te voorkomen.
• Wanneer het voertuig langzaam begint te rijden, laadt u de accu op.
• Na elk gebruik of een keer per maand een minimale oplaadtijd van 8 tot 12 uur, maximaal
minder dan 20 uur.
1. Steek de oplaadpoort in de ingang. (het stopcontact zit boven het voetpedaal)
2. Steek de stekker van de oplader in een stopcontact. De batterij begint met opladen.\
BATTERIJ VERVANGEN OF WEG GOOIEN
De batterij is voorzien van een thermische zekering met een rustzekering die automatisch
uitschakelt en alle stroom naar het voertuig onderbreekt als de motor, het elektrische
systeem of de batterij overbelast is. De zekering wordt gereset en de stroomvoorziening
wordt hersteld nadat het apparaat vijf minuten is uitgeschakeld en vervolgens weer is
ingeschakeld. Als de thermische zekering herhaaldelijk doorslaat tijdens normaal gebruik,
moet het voertuig mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met uw distributeur.
Volg deze richtlijnen om stroomverlies te voorkomen:
● Overlaad het voertuig niet.
● Sleep niets achter het voertuig.
● Rijd geen steile hellingen op.
● Rijd niet tegen vaste voorwerpen aan, die de wielen kunnen doen doordraaien, waardoor
de motor oververhit kan raken.
● Rijd niet bij zeer warm weer, onderdelen kunnen oververhit raken.
● Zorg ervoor dat er geen water of andere vloeistoffen in contact komen met de batterij of
andere elektrische onderdelen.
● Knoei niet met het elektrische systeem. Hierdoor kan kortsluiting ontstaan, waardoor de
zekering doorslaat.
Advertenties
