7. Zodra het proces is voltooid, wordt het systeem opnieuw opgestart en het BIOS-updateproces afgerond.
Systeem- en installatiewachtwoord
Tabel 34. Systeem- en installatiewachtwoord
Type wachtwoord
Systeemwachtwoord
Installatiewachtwoord
U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken.
WAARSCHUWING:
De wachtwoordfunctie zorgt voor een basisbeveiliging van de data in uw computer.
WAARSCHUWING:
Iedereen heeft toegang tot de data op uw computer als deze onbeheerd en niet vergrendeld wordt
achtergelaten.
OPMERKING:
De functie voor het systeem- en installatiewachtwoord is uitgeschakeld.
Een systeeminstallatiewachtwoord toewijzen
U kunt alleen een nieuw systeem- of beheerderswachtwoord instellen wanneer de status op Not Set staat.
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om naar de systeeminstallatie te gaan.
1. Selecteer in het scherm Systeem-BIOS of Systeeminstallatie de optie Beveiliging en druk op Enter.
Het scherm Security (Beveiliging) wordt geopend.
2. Selecteer Systeem-/beheerderswachtwoord en maak een wachtwoord aan in het veld Voer het nieuwe wachtwoord in.
Hanteer de volgende richtlijnen om het systeemwachtwoord toe te kennen:
● Een wachtwoord mag bestaan uit maximaal 32 tekens.
● Het wachtwoord mag de nummers 0 t/m 9 bevatten.
● Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt.
● Alleen de volgende speciale tekens zijn toegestaan: spatie, ("), (+), (,), (-), (.), (/), (;), ([), (\), (]), (`).
88
Systeeminstallatie
Omschrijving
Wachtwoord dat moet worden ingevuld om aan uw systeem in te
loggen.
Wachtwoord dat moet worden ingevoerd voor toegang en het
aanbrengen van wijzigingen aan de BIOS-instellingen van uw
computer.