Functieoverzicht
Hieronder volgt een beschrijving van alle individuele functies
Niet iedere regelaar bevat al deze functies. Zie menuoverzicht.
Functie
Normaal display
Normaal zal de temperatuurwaarde van de Sair sensor worden weergegeven.
Thermostaat
Setpoint
De regeling wordt gebaseerd op de ingestelde waarde plus een verschuiving indien van toepas-
sing. Deze waarde wordt ingesteld via een druk op de middelste toets.
Het bereik van deze instelling kan worden begrensd door middel van parameters r02 en r03.
De referentietemperatuur kan ten alle tijden worden uitgelezen in parameter u28.
Differentie
Wanneer de temperatuur hoger is dan het setpoint plus de differentie, zal het koelcontact
worden ingeschakeld. Het wordt uitgeschakeld wanneer de temperatuur onder het setpoint
komt.
Setpoint begrenzing
De instelmogelijkheden voor het setpoint kunnen worden begrensd, waardoor ontoelaatbare
instellingen onmogelijk zijn.
Maximale temperatuurinstelling
Minimale temperatuurinstelling
Correctie temperatuuruitlezing display
Als de temperatuur in het koelobject en de temperatuuruitlezing op de display niet gelijk zijn,
kan de uitlezing op de display worden gecorrigeerd.
Temperatuurweergave
Instelling voor weergave van de temperatuureenheid in °C of in °F
Correctie van het Sair sensor
(compensatie mogelijk voor lange kabellengten)
Start / stop van regeling
Met deze instelling kan de regeling gestart en gestopt worden en wordt handbediening van de
uitgangen toegestaan.
Dit kan ook door middel van een externe schakelaar aangesloten op de DI ingang.
Een gestopte regeling zal een 'Standby alarm' genereren.
Nachtverschuiving
Het setpoint van de thermostaat kan worden verhoogd met deze waarde bij omschakeling van
dag naar nacht. (Selecteer een negatieve waarde bij koude-accumulatie.)
Verschuiving referentie
Wanneer deze functie op ON wordt gezet, zal de thermostaatreferentie verschoven worden
met de in r40 ingestelde waarde. Deze functie kan ook geactiveerd worden via de DI ingang
(definitie in o02)
Waarde voor verschuiving referentie
De thermostaatreferentie en alarmwaarden worden verschoven met deze waarde wanneer de
functie wordt geactiveerd. Geactiveerd worden via r39 of DI ingang
Alarm
De regelaar kan in verschillende situaties een alarm genereren. Als er een alarm is, zullen alle
LED's in de display knipperen en zal het alarmrelais schakelen.
8
Ref.
Dif.
Handleiding RS8DZ910 © Danfoss 2018-10
Para-
Parameter bij bediening
meter
via datacommunicatie
Display air (u69)
Thermostat control
Cutout °C
r01
Differential
r02
Max cutout °C
r03
Min cutout °C
r04
Disp. Adj. K
r05
Temp. unit
°C=0. / °F=1
(AKM geeft alleen °C)
r09
Adjust Sair
r12
Main Switch
1: Start
0: Stop
-1: Handbediening van uitgangen
r13
Night offset
r39
Th. offset
r40
Th. offset K
Night setbck
(start van nachtsignaal)
Alarm settings
Met datacommunicatie kan de prioriteit
van de verschillende alarmen gedefinieerd
worden. De instelling wordt uitgevoerd in
het menu 'Alarm destinations' .
EKC 202