Advertenties
Vermijd altijd het werken aan onder spanning staande delen
Vermijd altijd het werken aan onder spanning staande delen
Vermijd altijd het werken aan onder spanning staande delen
van de installatie
van de installatie
van de installatie
Functionele specificatie
Functionele specificatie
Functionele specificatie
De aansluitkasten van de 5L2x08 zijn geschikt voor één of
De aansluitkasten van de 5L2x08 zijn geschikt voor één of
De aansluitkasten van de 5L2x08 zijn geschikt voor één of
twee DII zekering(en). De zekering capaciteit is maximaal 6A.
twee DII zekering(en). De zekering capaciteit is maximaal 6A.
twee DII zekering(en). De zekering capaciteit is maximaal 6A.
Let op
Let op
Let op
Een dubbel geïsoleerde aansluitkast mag alleen worden
Een dubbel geïsoleerde aansluitkast mag alleen worden
Een dubbel geïsoleerde aansluitkast mag alleen worden
vervangen door een dubbel geïsoleerde aansluitkast, niet
vervangen door een dubbel geïsoleerde aansluitkast, niet
vervangen door een dubbel geïsoleerde aansluitkast, niet
door een standaard aansluitkast met automatische aarding.
door een standaard aansluitkast met automatische aarding.
door een standaard aansluitkast met automatische aarding.
Montage
Montage
Montage
1.
1.
1.
Zorg voor een veilige werkomgeving bij het monteren,
Zorg voor een veilige werkomgeving bij het monteren,
Zorg voor een veilige werkomgeving bij het monteren,
onderhouden en inspecteren van de aansluitkast. Schakel
onderhouden en inspecteren van de aansluitkast. Schakel
onderhouden en inspecteren van de aansluitkast. Schakel
de netspanning uit en zorg ervoor dat deze niet onbedoeld
de netspanning uit en zorg ervoor dat deze niet onbedoeld
de netspanning uit en zorg ervoor dat deze niet onbedoeld
kan worden ingeschakeld.
kan worden ingeschakeld.
kan worden ingeschakeld.
2.
2.
2.
Verwijder de transparante buitenkap, de gemonteerde
Verwijder de transparante buitenkap, de gemonteerde
Verwijder de transparante buitenkap, de gemonteerde
zekeringen en de binnenkap.
zekeringen en de binnenkap.
zekeringen en de binnenkap.
3.
3.
3.
Bevestig de aansluitkast met het bovenste en onderste
Bevestig de aansluitkast met het bovenste en onderste
Bevestig de aansluitkast met het bovenste en onderste
ophangpunt in de mast.
ophangpunt in de mast.
ophangpunt in de mast.
4.
4.
4.
Sluit de binnenkomende en (indien aanwezig) uitgaande
Sluit de binnenkomende en (indien aanwezig) uitgaande
Sluit de binnenkomende en (indien aanwezig) uitgaande
grondkabel aan op de klemmen N, 1, 2, 3 en de
grondkabel aan op de klemmen N, 1, 2, 3 en de
grondkabel aan op de klemmen N, 1, 2, 3 en de
parkeerklem.
parkeerklem.
parkeerklem.
5.
5.
5.
Monteer de afgaande kabel(s) naar het armatuur. Sluit nul
Monteer de afgaande kabel(s) naar het armatuur. Sluit nul
Monteer de afgaande kabel(s) naar het armatuur. Sluit nul
armatuurkabel(s) aan onder klemschroef 5 van de nul-
armatuurkabel(s) aan onder klemschroef 5 van de nul-
armatuurkabel(s) aan onder klemschroef 5 van de nul-
strip. Sluit fase van de armatuurkabel aan onder
strip. Sluit fase van de armatuurkabel aan onder
strip. Sluit fase van de armatuurkabel aan onder
klemschroef 6 (van zekering I). Indien aanwezig, sluit fase
klemschroef 6 (van zekering I). Indien aanwezig, sluit fase
klemschroef 6 (van zekering I). Indien aanwezig, sluit fase
van de 2de armatuurkabel aan onder klemschroef 7
van de 2de armatuurkabel aan onder klemschroef 7
van de 2de armatuurkabel aan onder klemschroef 7
(zekering II).
(zekering II).
(zekering II).
De draad dient gestoken te worden onder de boog van de
De draad dient gestoken te worden onder de boog van de
De draad dient gestoken te worden onder de boog van de
klembeugel M5. Insteken aan de "voet" van de gebogen
klembeugel M5. Insteken aan de "voet" van de gebogen
klembeugel M5. Insteken aan de "voet" van de gebogen
klembeugel is niet toegestaan omdat deze de ingestoken
klembeugel is niet toegestaan omdat deze de ingestoken
klembeugel is niet toegestaan omdat deze de ingestoken
draad dusdanig afknelt dat deze kan breken.
draad dusdanig afknelt dat deze kan breken.
draad dusdanig afknelt dat deze kan breken.
6.
6.
6.
Monteer de trekontlasting voor aanvoer/doorlus kabels en
Monteer de trekontlasting voor aanvoer/doorlus kabels en
Monteer de trekontlasting voor aanvoer/doorlus kabels en
armatuur kabels.
armatuur kabels.
armatuur kabels.
7.
7.
7.
Controleer de aansluitingen en plaats de binnenkap terug.
Controleer de aansluitingen en plaats de binnenkap terug.
Controleer de aansluitingen en plaats de binnenkap terug.
8.
8.
8.
Er is geen passchroef nodig, deze zit verwerkt in het
Er is geen passchroef nodig, deze zit verwerkt in het
Er is geen passchroef nodig, deze zit verwerkt in het
product. Plaats de zekeringen, DII (E27), maximaal 6A.
product. Plaats de zekeringen, DII (E27), maximaal 6A.
product. Plaats de zekeringen, DII (E27), maximaal 6A.
9.
9.
9.
Breng de transparante afdekkap aan en schroef deze
Breng de transparante afdekkap aan en schroef deze
Breng de transparante afdekkap aan en schroef deze
vast.
vast.
vast.
Inkomend
Inkomend
Inkomend
N = Nul
N = Nul
N = Nul
P = Parkeerklem
P = Parkeerklem
P = Parkeerklem
1 = Fase L1
1 = Fase L1
1 = Fase L1
2 = Fase L2
2 = Fase L2
2 = Fase L2
3 = Fase L3
3 = Fase L3
3 = Fase L3
Uitgaand
Uitgaand
Uitgaand
5 = Nul
5 = Nul
5 = Nul
6 = Gezekerde aansluiting L1
6 = Gezekerde aansluiting L1
6 = Gezekerde aansluiting L1
7 = Gezekerde aansluiting L3
7 = Gezekerde aansluiting L3
7 = Gezekerde aansluiting L3
Indien
Indien
Indien
gewenst
inkomende klemmen N, P, 1, 2
inkomende klemmen N, P, 1, 2
inkomende klemmen N, P, 1, 2
en 3 doorgelust worden naar de
en 3 doorgelust worden naar de
en 3 doorgelust worden naar de
volgende lichtmast.
volgende lichtmast.
volgende lichtmast.
Let op
Let op
Let op
Vermijd altijd het werken aan onder spanning staande delen
Vermijd altijd het werken aan onder spanning staande delen
Vermijd altijd het werken aan onder spanning staande delen
van de installatie.
van de installatie.
van de installatie.
Bedradingsschema
Bedradingsschema
Bedradingsschema
Onderhoud en inspectie
Onderhoud en inspectie
Onderhoud en inspectie
De aansluitkast dient geplaatst te zijn in een schone en
•
De aansluitkast dient geplaatst te zijn in een schone en
•
•
De aansluitkast dient geplaatst te zijn in een schone en
droge omgeving.
droge omgeving.
droge omgeving.
•
De aansluitkast dient stevig te zijn bevestigd.
•
De aansluitkast dient stevig te zijn bevestigd.
De aansluitkast dient stevig te zijn bevestigd.
•
•
De aansluitklemmen dienen stevig te zijn vastgeschroefd.
De aansluitklemmen dienen stevig te zijn vastgeschroefd.
•
De aansluitklemmen dienen stevig te zijn vastgeschroefd.
•
Demontage
Demontage
Demontage
1.
1.
1.
Schakel de netspanning uit en stel zeker dat deze niet
Schakel de netspanning uit en stel zeker dat deze niet
Schakel de netspanning uit en stel zeker dat deze niet
onbedoeld kan worden ingeschakeld.
onbedoeld kan worden ingeschakeld.
onbedoeld kan worden ingeschakeld.
2.
2.
2.
Verwijder de transparante kap.
Verwijder de transparante kap.
Verwijder de transparante kap.
gewenst
kunnen
de
gewenst
kunnen
de
kunnen
de
3.
3.
3.
Verwijder de zekeringen.
Verwijder de zekeringen.
Verwijder de zekeringen.
4.
4.
4.
Maak het kabelklemblok los.
Maak het kabelklemblok los.
Maak het kabelklemblok los.
5.
5.
5.
Maak de kabels los.
Maak de kabels los.
Maak de kabels los.
6.
6.
6.
Verwijder de aansluitkast uit de lichtmast.
Verwijder de aansluitkast uit de lichtmast.
Verwijder de aansluitkast uit de lichtmast.
Recycling
Recycling
Recycling
De aansluitkast dient aan het einde van zijn leven te worden
De aansluitkast dient aan het einde van zijn leven te worden
De aansluitkast dient aan het einde van zijn leven te worden
aangeboden voor recycling. Gooi deze niet weg met het
aangeboden voor recycling. Gooi deze niet weg met het
aangeboden voor recycling. Gooi deze niet weg met het
huisvuil. Raadpleeg een hiervoor gekwalificeerd bedrijf.
huisvuil. Raadpleeg een hiervoor gekwalificeerd bedrijf.
huisvuil. Raadpleeg een hiervoor gekwalificeerd bedrijf.
Advertenties
