2. Het scherm instellen
2.2 Het scherm bedienen
Beschrijving van de
bedieningsknoppen
3
7
6
5
Het scherm in- en
uitschakelen.
Toegang tot het OSD-
menu.
Bevestig de OSD-
aanpassing.
Het OSD-menu aanpassen.
Toets Gebruikersvoorkeur.
Pas uw eigen
voorkeursfunctie aan
in OSD zodat deze de
"gebruikerstoets"wordt.
PIP/PBP/Off (Uit)/Swap
(Wisselen)
Terugkeren naar het vorige
OSD-niveau.
SmartImage. Er zijn
meerdere selecties:
EasyRead, Office (Kantoor),
Photo (Foto), Movie (Film),
Game (Spel), Economy
(Economie), LowBlue-
modus, SmartUniformity en
Off (Uit).
4
2
1
Uw eigen toets "USER" (GEBRUIKER)
aanpassen
Met deze sneltoets kunt u uw favoriete
functie instellen.
1. Druk op de knop
van de rand om het OSD-menu te
openen.
2. Druk op de knop
hoofdmenu te selecteren [OSD
Settings (OSD-instellingen)] en druk
op de knop
3. Druk op de knop
(Gebruiker)] te selecteren en druk
op de knop
4. Druk op de knop
voorkeursfunctie te selecteren:
[Input] (ingang), [Volume], of
[Brightness] (Helderheid).
5. Druk op de knop
instelling te bevestigen.
Nu kunt u direct op de sneltoets voorop
de rand drukken. Alleen uw vooraf
geselecteerde functie verschijnt voor
snelle toegang.
8
op de voorkant
of
om het
.
of
om [User
.
of
om uw
om de