3 Plaats de nieuwe geheugenmodule in de sleuf:
a Duw de bevestigingsclips van de gleuf opzij.
b Plaats de gouden rand van de module in het verlengde van de geheugensleuf.
c Duw de geheugenmodule naar beneden door gelijkmatig druk uit te oefenen. Bij een correcte plaatsing
springen de bevestigingsklemmen in positie.
Belangrijk:
• Voor normale bewerkingen moet u eerst uw RAM-modules in de witte sleuven plaatsen.
• U moet hetzelfde geheugentype voor alle sleuven gebruiken. Het standaardgeheugen is non-ECC,
UDIMM DDR4. Bij uitbreiding met ECC, UDIMM DDR4-geheugen moet u het originele geheugen
verwijderen.
Opmerking:
• Houd de geheugenmodule vast aan de zijkant en raak de gouden connectoren niet aan.
• Bij wijziging van de geheugencapaciteit zal het apparaat bij het opstarten een geheugencontrole
uitvoeren. Dit zal de opstartduur verlengen met tien minuten. Dit is normaal en zal slechts een keer
worden uitgevoerd.
4 Plaats het deksel achteraan dat u in stap 2 hebt verwijderd terug.
a Lijn de ronde stippen aan de zijkant van het deksel achteraan uit met de inkepingen in de framerand en duw
het deksel op zijn plaats.
b Plaats het deksel terug en draai de schroef vast die u in stap 2-a hebt verwijderd.
Om te controleren of RackStation de nieuwe geheugencapaciteit herkent:
1 Meld u bij DSM aan als admin of als een gebruiker van de groep administrators.
2 Controleer het
Totaal fysiek geheugen
Als het RackStation het geheugen niet herkent of niet correct opstart, controleert u of het geheugen correct is
geïnstalleerd.
10 Hoofdstuk 2: Hardware-installatie
in
Configuratiescherm
>
Info
Center.