INSTALLATIE
INSTALLATIE VAN DE TWEEWEG AFSLUITER
Alvorens met de installatie te beginnen
1. Lees dit installatievoorschrift aandachtig. Zie ook de
instal-latievoorschriften die bij het
stadsverwarmingssysteem worden geleverd (indien van
toepassing).
2. Controleer de technische gegevens in dit voorschrift en
op het product om er zeker van te zijn dat deze geschikt
is voor de toepassing.
3. De installatie mag uitsluitend geschieden door een
bevoegde monteur.
HET MONTEREN VAN DE AFSLUITER
Algemeen
De afsluiter mag in iedere gewenste stand worden
gemonteerd, echter bij voorkeur niet in een stand waarbij
het motorgedeelte onder de horizontale lijn van de afsluiter
komt.
Zorg dat er voldoende ruimte rondom het motorgedeelte is
om deze van de afsluiter te kunnen verwijderen voor
service- of vervangingswerkzaamheden.
Afsluiters met inwendig schroefdraad
De afsluiter wordt direct aan de leiding gefit. Gebruik bij het
fitten een goed afdichtingsmiddel (hennep of pasta) om
een waterdichte verbinding te garanderen. Klem de afsluiter
uit-sluitend op de zeskante klemvlakken bij de
aansluitpoorten of op de vlakken aan de zijkant van het
afsluiterhuis (zie fig.2).
Afsluiters met klemkoppelingen
Schuif de dunwandige montagebuis door de klemkoppeling
in het afsluiterhuis tot deze stuit en draai de klemwartels
zover aan tot een waterdichte verbinding wordt verkregen.
Voorkom dat de klemwartels te vast worden aangedraaid.
Het maximaal toelaatbare aandraaimoment voor een 22
mm klemkoppeling is 45 Nm.
HET PLAATSEN VAN HET MOTORGEDEELTE OP DE AFSLUITER
1. Bepaal de stand waarin de motor moet worden
geplaatst, waarbij de standaanwijzer /
handbedieningshendel zo goed mogelijk zichtbaar en
bedienbaar is.
2. Houd het motorgedeelte onder een hoek van 45 º (
slag tegen de klok in) boven de afsluiter en laat hem
zakken in de bajonetpassing. Draai hem vervolgens
rechtsom tot hij vastklikt in de borging. De motor kan in
twee standen op de afsluiter worden geborgd.
3. Om de borging op te heffen, moet de pal die zich onder
de handbedieningshendel bevindt, worden ingedrukt.
Hierna kan de motor in omgekeerde volgorde van
handelingen uit de bajonetsluiting worden losgenomen.
(zie fig. 3).
4. Controleer na beëindiging van de werkzaamheden de
goede werking van de afsluiter door deze tenminste een
complete bedrijfscyclus te laten doorlopen.
5. Om de afsluiter gemakkelijk te kunnen monteren dient
het motorgedeelte te worden verwijderd. De motor kan in
ver-schillende standen op de afsluiter worden
aangebracht (bij voorkeur met de
handbedieningshendel aan de voorzijde).
6. Er dient tenminste 25 mm vrije ruimte boven het
motorge-deelte te zijn om deze van de afsluiter te
kunnen verwijderen.
Dicht
Fig. 1 Inwendige doorstroming bij tweeweg verdeelafsluiters
Fig. 2 Het monteren van de afsluiter in de leiding
⁄
1
8
Fig. 3 Het plaatsen van de motor op de afsluiter
3
Open