Inhoudsopgave
Advertenties
4 Plaats het zijpaneel terug. Plaats de 2 schroeven die u in stap 2 hebt verwijderd terug en draai ze vast.
5 Sluit de kabels die u in stap 1 hebt verwijderd opnieuw aan en houd vervolgens de aan-uitknop ingedrukt om
uw DiskStation in te schakelen.
Om te controleren of DiskStation de nieuwe geheugencapaciteit herkent:
1 Installeer DiskStation Manager (DSM). Lees het volgende hoofdstuk voor meer informatie.
2 Meld u bij DSM aan als admin of als een gebruiker die deel uitmaakt van de groep administrators.
3 Controleer het
Totaal fysiek geheugen
Herkent uw DiskStation de geheugenmodule niet of start ze niet op, controleer dan of de RAM-module correct
werd geïnstalleerd.
Om een RAM-module te verwijderen:
1 Volg stappen 1 tot 3 in het gedeelte "Een RAM-module installeren" om uw DiskStation uit te schakelen, kabels
los te koppelen en het zijpaneel te verwijderen
2 Een RAM-module verwijderen:
a ontgrendel de bevestigingsclips van de geheugenmodule door ze naar de zijkanten te duwen. De module
springt uit de sleuf.
b Trek de module voorzichtig omhoog uit de sleuf.
Opmerking:
houd de geheugenmodule vast aan de zijkanten en raak de gouden connectors niet aan.
3 Plaats het zijpaneel terug. Plaats de 2 schroeven die u in stap 1 hebt verwijderd terug en draai ze vast.
11 Hoofdstuk 2: Hardware-installatie
in Configuratiescherm> Infocenter.
Advertenties
Inhoudsopgave
