Geluid
Er is geen geluid/geluid slaat over/geluid hapert.
Er is een verbinding niet goed aangesloten.
Controleer de verbinding tussen deze eenheid en
de aangesloten apparatuur, en selecteer de
ingang van de apparatuur in op de bron die
overeenkomt met deze eenheid.
Onjuiste installatie.
– Installeer de eenheid onder een hoek van
minder dan 30° in een stevig deel van de auto.
De eenheid bevindt zich in de stand pauze/
terugspoelen/vooruitspoelen.
De instellingen voor de uitgangen zijn niet
correct opgegeven.
Het volume is te laag.
De functie ATT is ingeschakeld.
De indeling wordt niet ondersteund.
– Controleer of de indeling wordt ondersteund
door deze eenheid (pagina 18).
Geluid is verstoord.
Houd snoeren en kabels uit de buurt van elkaar.
USB afspelen
Items kunnen niet worden afgespeeld.
Sluit het USB-apparaat opnieuw aan.
Afspelen vanaf een USB-apparaat duurt langer.
Het USB-apparaat bevat grote bestanden of
bestanden met een ingewikkelde boomstructuur.
Audiobestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
USB-apparaten die zijn geformatteerd met
andere bestandssystemen dan FAT12, FAT16,
FAT32 of exFAT worden niet ondersteund.*
* Deze eenheid ondersteunt FAT12, FAT16, FAT32 en exFAT,
maar sommige USB-apparaten ondersteunen mogelijk
niet al deze indelingen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van het USB-apparaat of neem contact op met de fabrikant
voor meer informatie.
BLUETOOTH-functie
Het andere BLUETOOTH-apparaat kan dit
apparaat niet detecteren.
Stel [Bluetooth Connection] in op [ON]
(pagina 17).
Zolang een BLUETOOTH-verbinding wordt
gemaakt, kan dit apparaat niet worden
gedetecteerd door een ander apparaat. Beëindig
de huidige verbinding en zoek naar deze eenheid
vanaf het andere apparaat.
Afhankelijk van uw smartphone of mobiele
telefoon, moet u deze eenheid mogelijk
verwijderen uit de geschiedenis van de
verbonden smartphone of mobiele telefoon en
vervolgens opnieuw koppelen (pagina 7).
22
NL
Verbinding is niet mogelijk.
Raadpleeg de procedures voor koppelen en
verbinden in de handleiding van het andere
apparaat, enzovoort, en voer de bewerking
opnieuw uit.
De naam van het gedetecteerde apparaat wordt
niet weergegeven.
Afhankelijk van de status van het andere
apparaat is het wellicht niet mogelijk de naam op
te halen.
Er is geen beltoon.
Verhoog het volume tijdens het ontvangen van
een oproep.
Het volume van de stem van de spreker is laag.
Verhoog het volume tijdens de oproep.
Uw gesprekspartner zegt dat het volume te laag
of te hoog is.
Pas het [MIC Gain] niveau aan (pagina 13).
Echo of ruis treedt op tijdens het
telefoongesprek.
Verlaag het volume.
Stel [Speech Quality] in op [Mode 1] of [Mode 2].
(pagina 13).
Als het omgevingsgeluid luid is, probeer dit dan
te verminderen.
– Doe het raam dicht als het geluid van de weg
luid is.
– Zet de airconditioning lager als het geluid van
de airconditioning luid is.
De geluidskwaliteit van de telefoon is slecht.
De geluidskwaliteit van de telefoon is afhankelijk
van ontvangstomstandigheden van de mobiele
telefoon.
– Plaats uw auto ergens waar u het signaal van
de mobiele telefoon kunt verbeteren als de
ontvangst slecht is.
Het volume van het verbonden BLUETOOTH-
apparaat is laag of hoog.
Het volume varieert al naar gelang het
BLUETOOTH-apparaat.
– Verlaag het volumeverschil tussen deze
eenheid en het BLUETOOTH-apparaat
(pagina 11).
Het geluid slaat over tijdens audiostreaming of
de BLUETOOTH-verbinding wordt verbroken.
Verklein de afstand tussen de eenheid en het
BLUETOOTH-audioapparaat.
Als het BLUETOOTH-apparaat is opgeborgen in
een hoesje waardoor het signaal wordt
verstoord, verwijdert u het hoesje wanneer u het
apparaat gebruikt.
Er worden meerdere BLUETOOTH-apparaten of
andere apparaten (bijvoorbeeld ham-
radioapparatuur) die radiogolven uitstralen in de
buurt gebruikt.