Continuïteitsmeting
Voer de volgende stappen uit om de continuïteit te testen:
•
Steek de rode testsonde in de VΩmA-aansluiting en de zwarte testsonde in de
COM-aansluiting.
•
Draai de bereikschakelaar naar het
•
Sluit de meetsondes aan op het te meten circuit. De zoemer piept als de
circuitweerstand minder is dan 100Ω. Als er op het scherm "OL" wordt weergegeven,
geeft dat het open circuit aan.
Temperatuurmeting (alleen model 72-10420A, zie afbeelding 8)
Het temperatuurmeetbereik bedraagt -40 °C - 1000 °C.
Om de temperatuur te meten, voert u de volgende stappen uit:
•
Plaats de uitgangspoorten (anode en kathode) van de temperatuursonde
respectievelijk in VΩmA°C /°F- en COM-aansluitingen.
•
Draai de bereikschakelaar naar het °C / °F-bereik.
•
Plaats het temperatuurmeetuiteinde van de
temperatuursonde op het oppervlak van of in het
te meten object. De gemeten waarde wordt op het
scherm weergegeven.
Opmerkingen:
•
De binnentemperatuur van de meter wordt
automatisch weergegeven als er geen
temperatuursonde aangesloten is.
•
De contactpunttemperatuursonde die aan de meter
bevestigd is, kan alleen een temperatuur meten
die lager is dan 250 °C. Wanneer er een hogere
temperatuurmeting nodig is, gebruik dan een
andere geschikte temperatuursonde.
Blokgolf output (alleen model 72-7770A)
Om schade aan de meter te voorkomen, sluit u de uitvoerterminal (de rode testsonde)
niet aan op het circuit met een spanning van meer dan 10 V.
Om de blokgolf-output te meten, voert u de volgende stappen uit:
•
Draai de bereikschakelaar naar het
•
De meter voert
Opmerkingen:
•
De frequentie bedraagt ongeveer 50 Hz.
•
De uitgangsamplitude is > 2,3 Vpp wanneer de meter aangesloten is op het circuit
met een weerstand van 1 MΩ.
•
Wanneer er een meting voltooid is, koppelt u de meetsondes los van het geteste circuit.
een blokgolfsignaal uit tussen VΩmA en COM-terminals.
-bereik.
OUT-bereik.
10