Inspectie en in werking stellen
ALLE UITVOERPUNTEN BESCHREVEN IN DEZE PARAGRAAF MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR DESKUNDIGEN
EN ZIJ MOETEN IN OVEREENSTEMMING ZIJN MET DEZE HANDLEIDING EN DE GELDENDE NORMEN
Het navolgen van deze aanwijzingen is onmisbaar voor het ga-
randeren van een maximale veiligheid van de automatisering.
De deskundige moet alle testen, afhankelijk van de aanwezige
risico's, uitvoeren volgens de wet, normen en voorschriften die
op dat moment van kracht zijn.
Houdt met name rekening met de EN 12445 vereisten, welke
de eisen stelt voor poortautomatiseringen.
INSPECTIE
1. Controleer of het gekozen model geschikt is voor uw type
poort of deur en dat alle automatiseringsonderdelen correct
zijn geïnstalleerd, met betrekking tot de aanwijzingen in deze
handleiding.
2. Test het openen en sluiten en controleer of de bewegingen
van de poortvleugels regelmatig zijn zonder wrijvingspunten.
3. Controleer of alle elektrische aansluitingen correct zijn en
dat er gebruik is gemaakt van kabels die in overeenstemming
zijn met de normen.
4. Controleer de correcte werking van de fotocellen, handzen-
ders, sleutelschakelaars en de handmatige ontgrendeling.
5. Controleer de werking van de fotocellen door het gebruik
van een voorwerp van ca. 5 cm doorsnee en 30 cm lang, houdt
deze voor de fotocellen, naar aanleiding daarvan zou de bewe-
ging van de poort moeten stoppen.
De fotocellen moeten ingrijpen bij het passeren van het voor-
werp in de nabijheid van de TX, de RX en in het midden.
6. Meet de kracht van de poort en bekijk de EN12445 norm.
Neem indien nodig paragraaf "Instellen kracht van de motor
PMOT" er nog even bij.
7. Plaats de verlengkabel met stekker, die in overeenstemming
is met de geldende normen en het type installatie.
IN WERKING STELLEN
In gebruik name van de automatisering kan alleen worden
uitgevoerd als alle eerder beschreven fasen een positief
resultaat hadden.
1. Breng de waarschuwingsplaat, behorend bij de automati-
sering aan op een goed zichtbare plaats.
2. Breng een plaat aan op de poort die de volgende gegevens
bevat:
- Type automatisering
- Naam en adres van de persoon die de installatie heeft verzorgd
- Fabrikant
- Serienummer
- Jaar van de installatie
- CE markering
3. Maak een technisch document volgens de aanwijzingen van
de EN 12445 norm, met behulp van:
- Een tekening (bijv. Fig.2)
- Elektrische aansluitschema's (bijv. Fig.5)
- Risico analyse
- Goedgekeurde oplossingen
- Verklaring van de fabrikant van de onderdelen die zijn ge-
bruikt (opgenomen in deze handleiding)
4. Vul deze in en lever deze af bij de eigenaar van de poort,
zodat deze hiervan ook op de hoogte is.
5. Maak een beknopte handleiding bij de automatisering en
overhandig deze aan de eigenaar van de poort, hiervoor
kunt u deze handleiding gebruiken.
6. Maak een onderhoudsplan en overhandig deze aan de
eigenaar van de poort.
7. Start de automatisering niet voordat u de eigenaar hebt
ingelicht wat de gevaren en risico's zijn die onjuist gebruik
van de automatisering met zich meebrengen
20