Knopfuncties
Knop
Naam
Primaire functie
A
/U
Bedieningspaneel in- en uitschakelen.
AN
IT
A
Hiermee kunt u zowel de lopende band als de optie bedienen: in- en
LLES STARTEN
uitschakelen en de snelheid instellen.
L
Hiermee kunt u de lopende band van de hopper bedienen: in- en
OPENDE BAND
uitschakelen en de snelheid instellen.
STARTEN
L
Hiermee kunt u de lopende band stilzetten.
OPENDE BAND
STOPPEN
L
Hiermee kunt u de lopende band langzamer laten lopen.
OPENDE BAND
TRAGER
L
Hiermee kunt u de lopende band laten versnellen.
OPENDE BAND
SNELLER
R
Drukknop waarmee u de richting van de lopende band kunt omdraaien. De
ICHTING
snelheid van de lopende band kan als deze in de omgekeerde richting loopt,
LOPENDE BAND
worden aangepast met dezelfde snelheidsknoppen. U moet dan wel de
OMKEREN
knop voor het omdraaien van de lopende band ingedrukt houden. Nadat
u de knop voor het omdraaien van de lopende band loslaat, schakelt de
lopende band UIT.
L
Drukknop om de laadbak omlaag te brengen.
AADBAK
OMLAAG
L
Drukknop om de laadbak omhoog te brengen.
AADBAK
OMHOOG
V
-
Er kunnen drie afzonderlijke voorinstellingen worden opgeslagen voor de
OORINS
1
snelheid van de lopende band en de optie.
TELLING
V
-
OORINS
2
TELLING
V
-
OORINSTELL
3
ING
O
Wordt gebruikt in combinatie met de
PSLAAN
voorinstelling in het geheugen op te slaan.
O
Hiermee kunt u de achterste optie bedienen, in- en uitschakelen en de
PTIE STARTEN
snelheid ervan weergeven.
Hiermee wordt de optie stilgezet.
O
PTIE STOPPEN
O
Hiermee kunt u de optie langzamer laten lopen
PTIE TRAGER
14
om een
VOORINSTELLINGSKNOP