Bij het sorteren van het te drogen
wasgoed op het volgende letten:
Droog wasgoed van hetzelfde soort
■
materiaal en structuur samen, om
een gelijkmatig droogresultaat te
verkrijgen.
Wanneer u dun, dik of meerlaags
textiel samen droogt, dan worden
deze in verschillende mate
gedroogd.
Kies al naar gelang de
■
textielbeschrijving het
droogprogramma.
~ "Programma-overzicht"
op pagina 23
Wanneer u het wasgoed
Aanwijzing:
na het drogen als te vochtig ervaart,
dan kunt u een tijdprogramma voor het
nadrogen kiezen.
Attentie!
Materiële schade aan het apparaat of
textiel
Droog de volgende textielsoorten niet in
het apparaat:
Met oplosmiddelen, was, of vet
■
verontreinigd wasgoed.
Ongewassen textiel.
■
Niet-luchtdoorlatend textiel, zoals
■
wasgoed met een rubberlaag.
Gevoelig textiel, bijv. zijde,
■
synthetische gordijnen.
Apparaat bedienen
1
Apparaat bedienen
W asgoed in de
A p p a r a a t b e d i e n e n
droogautomaat doen en deze
inschakelen
Aanwijzing:
Het apparaat moet
deskundig geplaatst en aangesloten
worden. ~ Blz. 13
1.
Wasgoed voorbereiden en sorteren.
2.
Aan programmakiezer draaien om
het apparaat in te schakelen.
3.
Deur openen.
Controleren of de trommel geheel
geleegd is. Eventueel leegmaken.
nl
27