De kabels aanbrengen
Opmerking: Leid de kabels en de kabelboom naar buiten
langs de rechterkant van het centrale kanaal.
1. Sluit de kabel van de parkeerrem aan op de
parkeerremhendel van het voorste gedeelte van de
machine, leid de kabel door het centrale kanaal en
sluit hem aan op de parkeerremeenheid van het
achterste gedeelte van de machine; raadpleeg uw
Gebruikershandleiding om de parkeerrem af te stellen.
2. Monteer losjes de 2 bouten (⅜ x ¾ inch), 16 bouten
(¼ x ½ inch) en 2 flensmoeren (⅜ inch) om de onderste
plaat op het centrale kanaal te bevestigen
Figuur 79
Sommige onderdelen zijn niet weergegeven om de
tekening duidelijker te maken.
1. Kabeluitgang
2. Flensmoeren (⅜ inch)
3. Onderste plaat
3. Monteer het overige bevestigingsmateriaal van het
kanaal
(Figuur
80).
Figuur 80
1. Bout (5/16 x ¾ inch)
(Figuur
79).
g035133
4. Bout (⅜ x ¾ inch)
5. Centrale kanaal
6. Bout (¼ x ½ inch)
g036776
2. Centrale kanaal
4. Breng kabelbinders die u verwijderd hebt om onder het
dashboard te komen opnieuw aan.
5. Gebruik de 10 schroeven (¼ x 1¼ inch) om het
dashboard te bevestigen aan de machine
1. Schroef (¼ x 1¼")
6. Draai het bevestigingsmateriaal dat u gemonteerd hebt
op de onderste plaat stevig vast.
De vloerplaat monteren
Gebruik de 4 flensbouten (5/16 x 1¼ inch), 4 bouten (¼ x
1¼ inch) en de borgmoeren om de achterste vloerplaat aan
de machine te bevestigen
1. Flensbout (5/16 x 1¼ inch) 3. Bodemplaat
2. Bout (¼ x 1¼ inch)
25
(Figuur
Figuur 81
2. Dashboard
(Figuur
82).
Figuur 82
4. Borgmoer (¼ inch)
81).
g033953
g035177