Opmerking: Als u het zwartniveau ver van de
referentiewaarde (50) instelt, kan dit resulteren in
minder contrast (donkere details verdwijnen of zwarte
beelden worden grijs).
Geavanceerd beeld
Scherp beeld
Ruisonderdrukking
Instellingen > Beeld > Geavanceerd > Scherp
beeld > Ruisreductie.
Selecteer Maximum, Medium of Minimum als u het
niveau wilt instellen waarop de ruis in video-inhoud
wordt verwijderd.
Ruis is voornamelijk zichtbaar als kleine bewegende
stippen die op het beeldscherm te zien zijn.
MPEG-artefactreductie
Instellingen > Beeld > Geavanceerd > Scherp
beeld > MPEG-artefactreductie.
Selecteer Maximum, Medium of Minimum voor de
mate waarin artefacten in digitale video-inhoud
vloeiender worden gemaakt.
MPEG-artefacten hebben meestal de vorm van kleine
blokjes of kartelranden in het beeld.
Geavanceerde scherpte-instellingen
Ultra-resolutie
Instellingen >
Beeld > Geavanceerd > Scherpte > Ultra
resolution.
Selecteer Aan voor ongelooflijk scherpe lijnen en
details.
Kleurinstellingen
Geavanceerde kleurinstellingen
Instellingen > Beeld > Geavanceerd > Kleur.
De kleurverbetering aanpassen
Instellingen > Alle instellingen > Beeld > Geava
nceerd > Kleur > Kleurverbetering.
Selecteer Maximum, Medium of Minimum om het
niveau van de kleurintensiteit en de details in heldere
kleuren in te stellen.
Opmerking: Niet beschikbaar wanneer er een Dolby
Vision-signaal wordt gedetecteerd.
Het kleurengamma aanpassen
Instellingen > Alle instellingen > Beeld > Geava
nceerd > Kleur > Kleurengamma.
Selecteer Normaal of Breed om het type
kleurengamma in te stellen. Niet van toepassing op
alle TV-modellen.
Opmerking: Niet beschikbaar als breed
kleurengamma- of Dolby Vision-signaal wordt
gedetecteerd.
De vooraf ingestelde kleurtemperatuur selecteren
Instellingen > Beeld > Geavanceerd > Kleur >
Kleurtemperatuur .
Selecteer Normaal, Warm of Koel om de
gewenste kleurtemperatuur in te stellen.
Opmerking: Niet beschikbaar als Ambient Intelligence
> Optimalisatie van de kleurtemperatuur is
ingeschakeld.
Witpuntuitlijning
Instellingen > Beeld > Geavanceerd > Kleur >
Witpuntuitlijning.
Pas de witpuntuitlijning aan op grond van de
geselecteerde kleurtemperatuur van het beeld. Druk
op de pijlen (omhoog) of (omlaag) om de
waarde aan te passen.
Opmerking: Niet beschikbaar als Ambient Intelligence
> Optimalisatie van de kleurtemperatuur is
ingeschakeld.
Kleurregeling bepalen (Kleurschakering, Verzadiging
en Intensiteit)
Instellingen
> Beeld > Geavanceerd > Kleur > Kleurregeling.
Druk op de pijlen (omhoog) of (omlaag) als u
de waarde van Kleurschakering, Verzadiging en
Intensiteit voor de kleuren Rood, Geel, Groen, Cyaan,
Blauw en Magenta wilt aanpassen. Druk op de
gekleurde toets
resetten. Als u alle waarden wilt terugzetten naar de
standaardwaarden, selecteert u Alles resetten .
Opmerking: Alleen beschikbaar als de beeldstijl
Calman, Expert 1of Expert 2 is.
Modus Alleen RGB
Instellingen
> Beeld > Geavanceerd > Kleur > Modus Alleen
RGB.
53
Resetten om de beeldstijl te