4. ZEKERING
Als de spanningsindicator niet brandt terwijl u de inverter gebruikt, moet u de
zekering van uw systeem nazien. Vervang een gesprongen zekering door een
identiek exemplaar.
ZEKERING : max. 35A met een 12V inverter, max. 20A met een 24V inverter.
5. UITGANGSVERMOGEN
De inverter zal automatisch uitschakelen indien de totale wattage van de
elektrische apparaten het uitgangsvermogen van de spanningsinverter overstijgt.
Hetzelfde geldt indien de temperatuur van de inverter door overmatig gebruik
oploopt tot meer dan 55°C.
6. AANBRENGEN VAN VERLENGSNOEREN
Wij raden u aan om geen verlengsnoeren te gebruiken tussen de DC
voedingsbron en de DC ingang van de inverter. Een verlengsnoer dat verbonden
is met de DC ingang veroorzaakt een spanningsverlies en dit leidt tot een
verminderde efficiëntie. In plaats daarvan raden wij u aan om eventuele
verlengsnoeren te gebruiken om de AC uitgang en het AC-apparaat met elkaar te
verbinden. U mag een high-quality verlengsnoer van max. 30m gebruiken. Een
langer verlengsnoer kan leiden tot spanningsverlies.
7. METEN VAN WISSELSPANNING
De AC inverter gebruikt een GEMODIFICEERDE SINUSGOLF. Gebruik enkel
een AUTHENTIEKE RMS VOLTMETER indien u de AC uitgangsspanning wilt
meten. Elk ander type spanningsmeter leidt tot een uitleeswaarde die 20 tot 30V
lager ligt dan de normale waarde. Enkel een RMS voltmeter zorgt voor een
betrouwbaar resultaat.
PI600M & PI60024 v2
2
NL