niet met uw vinger op de schakelaar en schakel
de machine niet in met de schakelaar op A
5.
Wees alert wanneer u de machine gebruikt. Laat
u niet afleiden, anders gebeuren er ongelukken.
6.
Haal het accupack uit de machine en wacht
totdat alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de machine instelt
onderhoudt, reinigt of opbergt.
7.
Verwijder het accupack uit de machine wanneer
u die onbeheerd achterlaat of voordat u
accessoires verwisselt.
8.
Forceer de machine nooit. De machine werkt
beter en veiliger op de ontwerpsnelheid.
9.
Wees alert, kijk wat u doet en gebruik uw gezond
verstand wanneer u de machine gebruikt.
Gebruik de machine niet als u ziek, moe of
onder de invloed van alcohol of drugs bent.
10.
Bedien de machine alleen bij goed zicht en
geschikte weersomstandigheden.
11.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u achteruit
rijdt of de machine naar u toe trekt.
12.
Reik nooit te ver. Zorg dat u altijd stabiel staat
en uw evenwicht bewaart, vooral op hellingen.
Wanneer u de machine gebruikt, moet u altijd
lopen, nooit rennen.
13.
Schakel de stroom uit als u niet actief aan het
sneeuwruimen bent.
14.
Richt het uitstromende materiaal nooit op
iemand anders. Laat het materiaal niet tegen
een muur of obstakel uitstromen, omdat het dan
weer kan terugvallen.
15.
Gebruik de machine niet op een oppervlak dat
bedekt is met grind.
16.
Volg deze stappen als de machine een vreemd
voorwerp raakt:
•
Laat de trekker en de veiligheidsvergrende-
ling los.
•
Haal de accu uit de machine.
•
Inspecteer de machine op schade.
•
Repareer eventuele schade voordat u de
machine weer start en gebruikt.
17.
Schakel de machine uit en verwijder de accu
voordat u een blokkering verwijdert en gebruik
altijd een stok of iets dergelijks om de blokkering
te verwijderen.
18.
Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit het
accupack lekken; vermijd contact hiermee. Als
u per ongeluk in contact komt met de vloeistof,
moet u spoelen met water. Als de vloeistof in uw
ogen terechtkomt, moet u naar een arts gaan.
Vloeistof die uit de accu ontsnapt, kan irritatie
van de huid of brandwonden veroorzaken.
19.
Stel een accupack of gereedschap niet bloot aan
.
brand of een extreme temperatuur. Blootstelling
AN
aan brand of een temperatuur boven 130 °C kan
een explosie veroorzaken.
20.
OPGELET – Een verkeerd behandeld accupack
kan brand of chemische brandwonden
veroorzaken.
•
Demonteer de accu niet.
•
Vervang de accu alleen door een originele
Toro- accu, toepassing van een andere soort
accu kan leiden tot brand of letsel.
•
Hou accupacks buiten het bereik van
kinderen en in de originele verpakking totdat
u ze gaat gebruiken.
IV. Onderhoud en opslag
1.
Haal het accupack uit de machine en wacht
totdat alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de machine instelt
onderhoudt, reinigt of opbergt.
2.
U mag de machine, het accupack en
de acculader nooit zelf repareren of
onderhouden, tenzij dat staat aangegeven in de
gebruiksaanwijzing. Laat een servicedealer het
onderhoud uitvoeren met identieke vervangende
onderdelen om te verzekeren dat het product
veilig is onderhouden.
3.
Draag handschoenen en oogbescherming bij
het onderhoud van de machine.
4.
Let er bij het onderhoud van de rotor op dat
de rotor nog steeds kan bewegen ook al is de
stroombron uitgeschakeld.
5.
Gebruik voor de beste prestaties alleen originele
vervangingsonderdelen en accessoires van
Toro. Andere vervangende onderdelen en
accessoires kunnen gevaarlijk zijn.
6.
Onderhoud de machine — hou de handgrepen
droog, schoon en vrij van olie en vet. Zorg
ervoor dat de afschermingen op hun plaats
zitten en goed werken. Gebruik alleen identieke
vervangingsonderdelen.
7.
Controleer regelmatig of alle bevestigingsmid-
delen goed vastzitten, zodat de machine veilig
kan werken.
8.
Controleer de machine op beschadigde
onderdelen. Controleer de bewegende
delen op uitlijning en vastlopen, beschadigde
onderdelen, montagevoorzieningen en andere
omstandigheden die van invloed kunnen zijn
op de werking. Tenzij anders aangegeven in
de gebruiksaanwijzing moeten de beschadigde
afschermingen en onderdelen vervangen
worden door een erkende servicedealer.
5