AANSLUITING VOOR WATERTOEVOER
Plaats de afdichting met zeefje in de moer van de rechte toevoerslang en schroef de moer
aan de kraan (bij sommige modellen is de afdichting met zeefje al aangebracht en is het
niet nodig nog iets in de moer van de toevoerslang te plaatsen).
1
Voor een correcte werking van het apparaat moet de waterdruk op
de toevoer tussen 0,05 en 0,8 MPa zijn. De minimale waterdruk kan
worden vastgesteld door de hoeveelheid water die uit de kraan komt,
te meten. Een volledig open kraan moet in 15 seconden 3 liter water
laten weglopen.
Indien u een model heeft met aansluitingen voor warm en koud water,
sluit dan één slang aan op koud water (de blauwgekleurde vleugelmoer
of het blauwe teken op de slang) en de andere slang op het warme
water (roodgekleurde vleugelmoer of het rode teken op de slang), zoals
aangegeven op de achterzijde van de machine. De letters C en H zijn in
de machine gedrukt (C-cold = koud in H-hot = warm).
Warm water (gemengd heet en koud water) wordt alleen gedoseerd
op programma's met 60° en hoger.
A
A
AQUASTOP
B
B
TOTALE AQUA-
STOP
C
C
STANDAARD-
BEVESTIGING
13