Inschakelen
Wanneer veiligheidsmonitoring is vereist, verricht u de volgende handelingen om er zeker
van te zijn dat u wordt beschermd door het apparaat.
1.
Druk op de aan-uitknop om het apparaat in te schakelen.
2.
Er gaat een enkelvoudig alarm af, het alarmlicht knippert en de vibratiemotor trilt één
keer. De aan-uitknop en het SureSafe-controlelampje (groen) blijven knipperen terwijl
het apparaat verbinding maakt met het netwerk.
3.
Wacht totdat het apparaat een verbinding maakt met het Blackline Safety-netwerk.
Het maken van deze verbinding duurt ongeveer een minuut, maar in bepaalde
omstandigheden wat langer. Zodra het apparaat verbinding heeft met het netwerk
blijft het SureSafe-controlelampje branden.
Het apparaat moet genoeg batterijcapaciteit hebben om een verbinding te
kunnen maken met het Blackline Safety-netwerk.
Indien het apparaat geen verbinding maakt met de servers van Blackline
gaat het groene SureSafe-controlelampje knipperen en, indien deze optie is
ingeschakeld, komt het apparaat in de alarmstatus Geen Communicatie.
Zie de paragraaf Lokale alarmen voor meer informatie.
Uitschakelen
Wanneer u het apparaat niet meer wenst te gebruiken, verricht u de volgende
handelingen om het apparaat uit te schakelen:
1.
Druk op de aan-uitknop en houd deze ingedrukt (gedurende drie seconden totdat het
apparaat stopt met piepen) om het apparaat uit te schakelen.
2.
Terwijl de aan-uitknop ingedrukt blijft, geeft het alarm drie lange pieptonen af. De
vibratiemotor geeft drie lange trillingen. Het alarm, de vibratiemotor, de aan-uitknop
en het SureSafe-controlelampje gaan uit zodra het apparaat is uitgeschakeld.
Wanneer het apparaat wordt opgeladen, schakelt het zich automatisch uit om
geen valse alarmen te kunnen uitzenden.
12
|| GEBRUIKERSGIDS