transducer en het bevestigingsmateriaal drukt minder zwaar
op het trollingmotorsysteem
• Bij sommige typen trollingmotors dient de transducer niet op
de motor te worden bevestigd, omdat de transducer de
stuurkabels en lagers kan beschadigen en tijdens gebruik en
bij intrekking de romp van de boot kan raken.
• Bij sommige handmatig gestuurde en draadloze trolingmotors
kan de transducer op de motor worden bevestigd, maar u
moet er wel voor zorgen dat u de trollingmotor met de
bevestigde transducer veilig kunt gebruiken en intrekken.
• Plaats de transducer op trollingmotors met stuurkabels zo
dicht mogelijk bij de rotatieas om de weerstand op de motor
te verlagen.
• Bevestig de transducer uit de buurt van de motorhouder,
zodat de motor gemakkelijk kan worden opgeborgen en
zonder problemen in gebruik kan worden genomen.
De transducersteun voor trollingmotorbevestiging in
elkaar zetten
1
Bevestig de transducerbeugelsteun
met de meegeleverde M4-schroeven van 7 mm
sluitringen
.
2
Bevestig de transducerbeugelsteun op de beugelsteun van
de trollingmotor
met de meegeleverde M8-bouten van 16
mm
, platte M8-borgringen
De transducer bevestigen aan een trollingmotoras
1
Druk de slangklemmen
trollingmotorsteun
.
2
Schuif de slangklemmen rond de trollingmotoras
3
Zet de slangklemmen vast.
4
Bevestig de transducerkabel aan de as of op een andere
veilig plaats.
aan de transducer
en M4-
en M8-borgmoeren
door de sleuven in de
.
5
Leid de Ethernet/kabel naar de installatielocatie van de
netwerkswitch of de achterkant van de kaartplotter.
OPMERKING: De kabel mag niet dicht langs elektrische
draden of andere bronnen van elektrische interferentie
worden geleid.
6
Leid de voedingskabel naar een voedingsbron met 12 V
gelijkstroom.
7
Richt de transducer naar de voorkant van de boot volgens de
richtlijnen voor de juiste zendhoek van de transducer.
De transducer aan een trollingmotor bevestigen
1
Druk de slangklemmen
trollingmotorbevestiging
2
Schuif de slangklemmen rond de trollingmotor
3
Plaats de transducer zo dicht mogelijk bij de middellijn en
draai de slangklemmen aan.
4
Bevestig de transducerkabel aan de motoras of een andere
veilige plaats.
OPMERKING: Zorg dat de trollingmotor en de transducer
tijdens gebruik en bij intrekking de boot niet kunnen raken.
5
Leid de Ethernet/kabel naar de installatielocatie van de
netwerkswitch of de achterkant van de MFD en neem daarbij
het volgende in acht:
.
• De kabel mag niet dicht langs elektrische draden of
andere bronnen van elektrische interferentie worden
geleid.
• De kabel mag niet worden afgekneld wanneer de
trollingmotor in gebruik is of wordt ingetrokken.
• Het wordt afgeraden om de kabels door te snijden. Als dit
toch nodig is, kunt u dit doen met een installatieset die u
kunt kopen bij Garmin of een Garmin dealer.
6
Zet de kabel vast met kabelbinders en leid de kabel in een
lus rond de trollingmotor, zodat deze vrij kan draaien.
7
Leid de voedingskabel naar een voedingsbron met 12 V
gelijkstroom.
8
Voor een omlaag gerichte transducer plaatst u de bevestiging
zodanig dat de transducer recht omlaag is gericht.
9
Voor een naar de voren gerichte transducer past u de
bevestiging aan zodat de transducer naar de voorkant van de
boot is gericht, rekening houdend met de richtlijnen voor de
juiste zendhoek van de transducer.
Specificaties
Specificatie
Afmetingen (B×H×L) 9,1 x 4,2 x 17 cm (3,6 x 1,7 x 6,7 in.)
Gewicht
Max. vermogen
door de sleuven in de
.
Waarde
800 g (1,8 lb.)
10 W
.
3