* Werking van de alarmfuncties.
Deze alarmthermostaat heeft twee instelbare alarmen, n.l. een minimum- en maximum-alarm.
Waarbij gekozen kan worden uit (PARAMETER 27):
- waak alarmen.
- of regel alarmen.
Verder kan een alarm onthouden worden of niet (PARAMETER 28). Ook kan een offset (zone) en de
differentie per alarm worden ingesteld, zie fig.1. Verder kan er nog een tijdvertraging (PARAMETER
23 en 24) per alarm worden ingesteld waarbij dan de led 'alarm' knippert en het relais het alarm nog
niet doorkrijgt, pas na uitlopen van de tijdvertraging. Als binnen deze tijdvertraging de temperatuur
zich weer hersteld volgt geen alarm. Als een alarm doorkomt wordt in het display afwisselend de
temperatuur en 'H' bij hoog alarm en 'L' bij laag alarm weergegeven om aan te geven wat voor alarm
het is. Om een alarm te resetten druk op de SET toets.
* Instelling interne parameters.
Naast het instellen van het setpoint zijn er een aantal interne instellingen mogelijk zoals de differentie,
voeleroffset en setpointbereik.
Door de DOWN toets langer dan 10 seconden in te drukken, komt men in het 'interne programmering
menu'. In het linker display gaan het onderste en bovenste segment knipperen. Via de UP en DOWN
toetsen kan nu de gewenste parameter worden geselecteerd (zie tabel voor de parameters).
Wanneer de gewenste parameter geselecteerd is, kan door op de SET toets te drukken de waarde
van de parameter worden uitgelezen. Door nu op de UP en DOWN toetsen te drukken kan de
parameter worden veranderd.
Als na 20 seconden geen toets is ingedrukt, zal de ALFANET 33 weer naar de normale
bedrijfstoestand terugspringen.
* Afregeling voeler.
De voeler wordt afgeregeld met behulp van de Voeler Offset (parameter 04). Wijst de ALFANET 33
b.v. 2°C te veel aan, dan moet de Voeler Offset met 2°C verlaagd worden.
* Foutmeldingen.
In het display van de ALFANET 33 kunnen de volgende foutmeldingen verschijnen:
E1
- Voeler defect. Oplossing:
- Controleer of voeler goed is aangesloten.
- Controleer voeler (1000Ω/25°C).
- Vervang voeler.
EE
- Instellingen zijn verloren gegaan. Oplossing:
- Instellingen opnieuw inprogrammeren.
-L-
- In het geval van een kortgesloten voeler zal het display afwisselend de foutcode E1
en -L- weergeven, ter indicatie van een kortgesloten voeler.
-H-
- In het geval van een onderbroken voeler zal het display afwisselend de foutcode E1
en -H- weergeven, ter indicatie van een onderbroken voeler.
(Relais normaal op en led 'alarm' uit, bij alarm valt relais af en gaat led 'alarm'
branden. Hierbij wordt dus spanningsuitval ook als alarm doorgegeven.)
(Relais normaal afgevallen en led 'alarm' uit, bij alarm komt relais op en gaat
led 'alarm' branden).
2