* Status van de Relais.
Druk op de °C toets. De drie segmenten geven de status van de drie relais aan, waarbij 0=uit en
1=aan. De code 110 betekent dus dat relais 1(compr.) en 2(fan) aan zijn en relais 3(alarm.) is uit.
* Instelling interne parameters.
Naast het instellen van het setpoint zijn er een aantal interne instellingen mogelijk zoals de
differenties, voeler-offsets, setpointbereik, compressor instellingen, ventilator instellingen en de
ontdooi instellingen. Door de DOWN toets langer dan 10 seconde in te drukken, komt men in het
'interne programmering menu'. In het linkse display gaan het onderste en bovenste segment
knipperen. Via de UP en DOWN toetsen kan nu de gewenste parameter worden geselecteerd (zie
tabel voor de parameters). Wanneer de gewenste parameter geselecteerd is, kan door op de SET
toets te drukken de waarde van de parameter worden uitgelezen. Door nu op de UP en DOWN
toetsen te drukken kan de parameter worden veranderd.
Als na 20 seconde geen toets is ingedrukt, zal de ALFANET 71 KK weer naar de normale
bedieningsstand terugspringen.
* Afregeling voeler.
De regelvoeler wordt afgeregeld met behulp van de Offset regel voeler (parameter 05).
De ontdooivoeler wordt afgeregeld met behulp van de Offset ontdooi voeler (parameter 07). Voor
het uitlezen van de ontdooisensor temperatuur wordt parameter 06 gekozen.
Wijst een voeler van de ALFANET 71 KK b.v. 2°C te veel aan, dan moet de desbetreffende
Voeler Offset met 2°C verlaagd worden.
* Foutmeldingen.
In het display van de ALFANET 71 KK kunnen de volgende foutmeldingen verschijnen:
LO
- Minimum alarm.
HI
- Maximum alarm.
E1
- Regelvoeler defect.
E2
- Ontdooivoeler defect.
EEE - Instellingen zijn verloren gegaan.
-L-
- In het geval van een kortgesloten voeler zal het display afwisselend de foutcode E..
en -L- weergeven, ter indicatie van een kortgesloten voeler.
-H-
- In het geval van een onderbroken voeler zal het display afwisselend de foutcode E..
en -H- weergeven, ter indicatie van een onderbroken voeler.
* Werking Alarm.
Als er een foutmelding of alarm optreedt komt er een foutcode melding in het display. De
ALFANET 71 KK onthoud de storing melding, ook al is deze inmiddels opgelost. De
storingsmelding is te resetten met de SET toets. Als na drukken SET toets (=resetten alarm) het
alarm nog niet opgelost is geeft de ALFANET 71 KK afwisselend de temperatuur en de foutcode
weer, is het alarm wel opgelost dan verdwijnt de foutcode en wordt weer de temperatuur
weergegeven.
* Ventilator sturing mogelijkheden.
De ALFANET 71 KK heeft verschillende instelmogelijkheden voor de Fan. Normaal draait de fan
altijd, behalve als een van de onderstaande parameters op 1 staat ingesteld:
Parameter 20 = 1Fan schakeldifferentie actief:
De ventilator draait alleen als de ontdooivoeler temperatuur lager is dan de regelvoeler
temperatuur minus de temperatuur van de schakeldifferentie fan (P21)
{Fan aan als T
Parameter 22 = 1 Fan uit als compressor uit:
De ventilator wordt uitgezet als de compressor uit is. Dit gebeurt met een vertraging van
parameter 23.
<(T
-T
)}
ontd.
regel
fandiff.
Oplossing E1/E2:
- Controleer of voeler goed is aangesloten.
- Controleer voeler (1000Ω/25°C).
- Vervang voeler.
Oplossing EEE:
- Instellingen opnieuw inprogrammeren.
2