Beluchten
1. Start de motor en stel de gashendel in op een
rustig wandeltempo en houd altijd controle over de
machine.
2. Stel diepte-instellingsknop in op gewenste diepte.
Diepte van voren neemt af door de knop met de
klok mee te draaien. LET OP: het volledig optillen
van de achterwielen voor maximale voordiepte,
vermindert de stabiliteit van de machine maar
geeft langere voren.
3. Duw de bedieningshendel voor achterwiel naar
beneden om verticuteermessen dieper in de grond
te brengen (achterwielen komen omhoog).
4. Duw handgreep naar beneden voor betere grond-
penetratie en manoeuvreerbaarheid (voorwiel
komt omhoog).
5. Schakel koppeling in.
6. Laat koppeling los om te stoppen.
20
BEDIENING
Stel diepteknop in
1. Bedieningsknop achterwiel
2. Koppelingshendel
3. Hendel
Beluchtingsbediening
8060-008
8060-003