4.
De boormotor moet regelmatig (ongeveer elke 6 maanden) worden
gecontroleerd door een gecertificeerde elektricien volgens VDE.
5.
Bij gebruik voor boren boven het hoofd moet een functionele wateropvangring
worden gebruikt. Zorg ervoor dat er geen water in de motor kan komen.
6.
Schakel de kernboor onmiddellijk uit als hij om een of andere reden stopt.
Nadat u de oorzaak hebt vastgesteld en weggenomen en een visuele
inspectie van de boor en de kernboor hebt uitgevoerd, kan de kernboor
opnieuw worden gestart.
Voorbereiding
Voer voor elke start een korte visuele inspectie van de kernboor uit. Controleer ook
of de netspanning overeenkomt met de spanning die staat aangegeven op het
typeplaatje van het gereedschap.
Bevestiging en montage van boormotor en statief
Zorg ervoor dat de kernboor niet op de boorstandaard is bevestigd voordat u de
boorstandaard monteert.
De kernboren DKB-352/S-PRO en DKB- 502/S-PRO
m o g e n a l l e e n w o r d e n g e b r u i k t m e t e e n
kernboorstandaard. Voordat de boormotor in het
boorstatief wordt geplaatst, moet de adapterplaat op de
boormotor worden bevestigd. Gebruik hiervoor de 4 M-8
inbusschroeven en de meegeleverde sleutel.
10