Storing
Het apparaat start niet.
Programma start
automatisch.
Apparaatinstelling
(waterhardheid,
glansspoelen, ...) niet
mogelijk
De deur kan niet alleen
moeilijk geopend worden.
De deur kan niet sluiten.
Deksel van het
reinigingsmiddelbakje kan
niet gesloten worden.
Reinigingsmiddelresten
in het reinigingsmiddelbakj
e.
Apparaat blijft steken
tijdens het programma of
het programma valt stil.
Klappende geluiden
van de vulventielen.
Kloppend of ratelend
geluid.
Oorzaak
Zekering van de huisinstallatie
niet in orde.
Aansluitsnoer niet aangesloten.
De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
Einde van het programma niet
afgewacht.
Apparaat is bezig met het
programma. Instelling alleen
mogelijk voor begin van het
programma.
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
Het deurslot is omgesprongen.
Deur sluit niet goed door
inbouwfout.
Reinigingsmiddelbakje of
dekselgeleiding geblokkeerd
door aangekoekte
reinigingsmiddelresten.
Reinigingsmiddelbakje was
tijdens het vullen vochtig.
Deur niet geheel gesloten.
Bovenkorf drukt tegen de
binnendeur en verhindert een
goede sluiting van de deur.
Stroom- en/of watertoevoer
onderbroken.
Afhankelijk van de huisinstallatie,
daarom geen apparaatfout. Geen
invloed op de werking van het
apparaat.
Bij geringe belading maken de
waterstralen rechtstreeks
contact met het reservoir.
Lichte serviesdelen bewegen
tijdens het spoelen.
Wat te doen bij storingen?
Oplossing
Zekering controleren.
Ervoor zorgen dat het aansluitsnoer goed is
aangesloten op de achterkant van het
apparaat en op het stopcontact. Controleren
of het stopcontact goed werkt.
Deur sluiten.
Reset uitvoering.
(Zie Programma afbreken).
Reset uitvoeren (zie Programma afbreken)
en instelling maken volgens de
gebruiksaanwijzing.
Kinderbeveiliging deactiveren. (Zie
gebruiksaanwijzing, achteraan in de
omslag)
Deur krachtiger sluiten.
Inbouwwijze van het apparaat controleren.
Deuren of aanbouwdelen mogen elkaar niet
raken bij het sluiten.
Reinigingsmiddelresten verwijderen.
Reinigingsmiddel alleen in droog
reinigingsmiddelbakje doen.
Deur sluiten.
Controleren of de achterwand wordt
ingedrukt door bijv. een stopcontact.
Stroom- en/of watertoevoer herstellen.
Geen oplossing voorhanden.
Apparaat voller laden of het serviesgoed
gelijkmatiger verdelen.
Lichte serviesdelen vast staand inruimen.
nl
33