.
Werking van de modus BOOST (Alle beschikbare energie)
Met de BOOST-modus kan de gebruiker de warmtepomp en de netvoeding tegelijkertijd geforceerd laten
werken, wanneer er veel behoefte is aan warm water. De instelling keert automatisch terug naar de voorgaande
modus aan het einde van de cyclus.
In de BOOST-modus is de gebruikstemperatuur 62 °C. Deze waarde kan niet worden aangepast.
Werking van de modus ABSENCE (Pictogram
)
Met deze modus blijft de ballon bij afwezigheid beschermd: de bescherming tegen corrosie wordt gewaarborgd
en de instelling zorgt er voor dat het water boven de 7 °C blijft. Met de keuzepijlen kan het aantal afwezige dagen
worden ingesteld. De gebruiker kan tussen de 1 en 99 afwezige dagen instellen. Als er geen enkele dag is
ingesteld, staat het warmwaterapparaat permanent in de afwezige modus.
Tijdens de laatste ingestelde dag in de modus ABSENCE, voert het warmwaterapparaat een anti-legionella-
opwarming uit. Aan het einde van deze modus, keert de instelling automatisch terug naar de voorgaande modus.
Werking van de modus ZONNE ALLEEN (Pictogram
)
Deze werkingsmodus moet gebruikt worden wanneer een zonnestation op het apparaat wordt gebruikt. In deze
modus worden alle andere energiebronnen belemmerd. Het apparaat werkt dan enkel in slave en regelt de
elektrische bijverwarming volgens de instellingen wanneer deze informatie krijgt vanuit het zonnestation.
Programmeren koppelen aan een fotovoltaïsche unit
Door de unit aan een fotovoltaïsche unit te koppelen kan de elektrische energie die door fotovoltaïsche unit wordt
geproduceerd worden gebruikt om deze op te slaan en om te zetten de vorm van heet water. Dit resulteert in de
geforceerde werking van de warmtepomp alleen als energie van de fotovoltaïsche installatie beschikbaar is. De
fotovoltaïsche unit stuurt een signaal naar de thermodynamische boiler (230 V~) om automatisch over te
schakelen op de FV-modus. Het programma keert automatisch terug naar de oorspronkelijke geselecteerde
modus 30 minuten nadat het signaal van de fotovoltaïsche unit niet meer bereikbaar is.
In deze configuratie wordt de temperatuur automatisch ingesteld op 62°C (niet verstelbaar).
LET OP: Zelfs als de boiler is ingesteld op extra energie, wordt deze instelling niet gebruikt in de FV-modus.
Beheer van automatische ontdooiing
Het warmwaterapparaat is voorzien van een ontdooifunctie voor de verdamper, wat alleen wordt uitgevoerd door
de ventilator (stoppen van de compressor).
De activering van de ontdooimodus wordt geregeld door de temperatuursonde van de verdamper. Deze kan de
vorming van ijs waarnemen, ongeacht de luchttemperatuur of de configuratie van de installatie.
De ontdooicyclus duurt maximaal 20 minuten.
Vergrendeling van de opdracht
Het is mogelijk om het toetsenblok te vergrendelen om ongewenste wijzigingen te voorkomen. Om de
vergrendeling te activeren (of deactiveren), drukt u gedurende 2 sec. tegelijkertijd op de volgende knoppen.
Om het bedieningsklavier te deactiveren, op de volgende knoppen simultaan duwen.
- 95 -