De kabelboom leiden
1.
Leid de kabelboom onder de stoelsteun en
langs de bestaande kabelboom in de dwarsbuis
(Figuur
8).
2.
Leid de kabelboom naar de bedieningsorganen.
3.
Monteer de middelste connector aan de
connector van de machinekabelboom
met de aanduiding T
E
-poort
XPANSION
4.
Sluit de kabelboom aan op het lampje en het
alarm
(Figuur
8)
1. Connector van alarm
2. Zekeringhouder
3. Kalibratieconnectoren
4. Middelste connector
5.
Bevestig de kabelboom met kabelbinders uit de
buurt van warme of bewegende onderdelen.
6.
Monteer het bedieningspaneel aan de console
voor machines met een cabine of monteer
het bedieningspaneel voor machines met een
rolbeugel
(Figuur 6
7.
Sluit de accu aan. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding voor de procedure.
-poort of
ELEMATICS
(Figuur
8).
Figuur 8
5. 90°-connector
6. Lichtconnector
7. Leid de kabelboom
onder de stoel naast
de bestaande kabelboom.
of
Figuur
7).
De sensor kalibreren
1.
Verwijder de plug van de kalibratieconnectoren
terwijl de machine op een vlak oppervlak staat
(Figuur
9).
g321251
1. Kalibratieconnectoren
2.
Sluit de kalibratieconnectoren aan op elkaar
zoals getoond in
3.
Draai het contactsleuteltje naar de stand A
maar start de motor niet.
4.
Gebruik de volgende procedures afhankelijk van
wat geïnstalleerd is op uw machine.
A.
InfoCenter display:
i.
6
Figuur 9
2. Plug
Figuur
9.
Het InfoCenter toont melding 195,
Hellingsensor wordt gekalibreerd.
g321003
g321004
,
AN