Instelling van waterhardheid
Als u een afwasmachine met ontharder heeft, is het mogelijk dat de instelling ervan gewij-
zigd moet worden, afhankelijk van de hardheidsgraad van het water. Uw waterleidingbedrijf
kan u inlichten over de hardheid van het water. De machine is bij levering ingesteld op een
geringe waterhardheid.
1.
Schakel de machine uit met de hoofdschakelaar.
START
2.
Houd de Start-/Stop-toets ingedrukt, terwijl u de hoofdschakelaar indrukt.
STOP
Laat de Start-/Stop-toets los.
PROG
PROG
3.
Druk een tot zes keer op de Programma-knop, afhankelijk van de
hardheidsgraad van het water. De programmasymbolen gaan branden
afhankelijk van hoe de knoppen ingedrukt worden. Zie afbeelding.
*
*
AUT
AUT
AUT
AUT
AUT
AUT
AUT
AUT
AUT
AUT
AUT
AUT
* Alle programma-indicatoren gedoofd: machines zonder ontharder,
alsmede machines met ontharder en lage waterhardheid.
START
4.
Druk op de Start-/Stop-toets en de instelling wordt opgeslagen, totdat u
STOP
weer een wijziging wilt aanbrengen.
Opmerking
Indien het water in uw omgeving een waterhardheid heeft lager dan 6dH, dan
dient u geen zout in uw ontharder te doseren. Indien u zelf een
wateronthardings systeem in huis heeft, dient u deze niet lager in te
stellen dan 5dH.
Instelling waterhardheid
*
*
*
˚fH
˚dH
0-5
0-9
*
6-8
9-14
9-14
15-25
15-19
26-34
20-29
35-52
30-44
53-79
45+
80+
25