De knop MENU EDIT (menu bewerken)
Met de knop MENU EDIT (menu bewerken)
programmeert u menuschotels. Als u op de knop
MENU EDIT drukt, wordt het onderstaande scherm
weergegeven.
Afbeelding 28
Als er meerdere schermen met menuschotels zijn,
drukt u op Previous voor het vorige scherm en op
Next voor het volgende scherm, om de overige
menuschotels te bereiken.
Druk op de menuschotel die u wilt programmeren.
Het onderstaande scherm wordt weergegeven.
Afbeelding 29
Modelserie 811, 813, 819, 821
Als u een menuschotel wilt bewerken, drukt u op de
knop ervan, zodat een aanraaktoetsenbord wordt
weergegeven. Typ de gewenste naam in (maximaal
8 tekens per regel) en druk op de X-knop om naar
het vorige scherm terug te gaan.
ACTIVE (actief): YES (ja) of NO (nee). Op deze
knop wordt de huidige selectie weergegeven. Door
op de knop te drukken, schakelt u om naar de
andere selectie. Als u YES (ja) selecteert, wordt de
menuschotel op het hoofdscherm weergeven.
TOP TEMP (boventemperatuur): Op deze knop
wordt de huidige ingestelde temperatuur voor de
bovenplaat weergegeven. U verhoogt of verlaagt de
temperatuur met de pijlen omhoog en omlaag.
BOTTOM TEMP (ondertemperatuur): Op deze
knop wordt de huidige ingestelde temperatuur voor
de ondergrillplaat weergegeven. U verhoogt of
verlaagt de temperatuur met de pijlen omhoog en
omlaag.
Opmerking: als u de temperaturen voor een
bepaald onderdeel instelt, is het bereik 66 tot 232°C
voor de bovenplaat en 66 tot 204°C voor de
ondergrillplaat. Als de temperaturen lager of hoger
dan de temperatuurbereiken worden ingesteld, wordt
het ingestelde punt op de bediening automatisch
66°C respectievelijk 232°C.
CLAM/FLAT (klem/plat): Op deze knop wordt de
huidige instelling (CLAM voor klem of FLAT voor
plat) weergegeven, die bij die functie hoort. Door op
de knop te drukken, schakelt u de modus om naar
de andere selectie.
GAP (tussenruimte): Deze knop is alleen actief als
u CLAM hebt geselecteerd. Op de knop wordt de
tussenruimte tussen de platen weergegeven (in inch
of mm) die bij de functie hoort. U verhoogt of
verlaagt de tussenruimte met de pijlen omhoog en
omlaag.
22
Afbeelding 30
Bedieningsprocedures