GEBRUIK
Voor een hogere nauwkeurigheid wordt frequente kalibratie van de pH-sensor aanbevolen. Boven-
dien moet de meter opnieuw worden gekalibreerd wanneer:
• de pH-elektrode vervangen wordt
• na het testen van agressieve chemicaliën
• waar hoge nauwkeurigheid vereist is
• na het reinigen van de sensor
• minstens één keer per maand
Kalibratieprocedure
Eenpunts kalibratie
• Houd vanuit de normale meetmodus de AAN/MODE-knop ingedrukt tot "OFF" op de tweede
lijn wordt vervangen door "CAL".
• Laat de knop los. Het scherm gaat naar de kalibratiemodus met de aanduiding "pH 7.01 USE"
(of "pH 6.86 USE" als de NIST-bufferset was geselecteerd).
• Na 1 seconde activeert de meter de automatische bufferherkenning. Als een geldige buffer
wordt gedetecteerd, wordt de waarde ervan weergegeven op de eerste lijn en verschijnt "REC"
op de tweede.
• Als er geen geldige buffer wordt gedetecteerd, houdt de meter de indicatie "USE" 12 seconden
actief en vervangt deze deze door "WRNG", wat aangeeft dat het monster dat wordt gemeten
geen geldige buffer is.
• Voor een eenpunts kalibratie met buffers pH 4,01, 9,18 of 10,01 accepteert de meter de
kalibratie automatisch wanneer de waarde stabiel is. De meter geeft de geaccepteerde buffer
weer met het bericht "OK 1".
• Na 1 seconde keert de meter automatisch terug naar de normale meetmodus.
• Als een eenpunts kalibratie met buffer pH 7,01 (of pH 6,86) gewenst is, moet nadat het
kalibratiepunt is geaccepteerd op de AAN/MODE-knop worden gedrukt om terug te keren naar
de normale modus.
• Nadat de knop is ingedrukt, toont de meter "7.01" (of "6.86") - "OK 1" en keert na 1 seconde
automatisch terug naar de normale meetmodus.
Een tweepuntskalibratie wordt aanbevolen voor een betere nauwkeurigheid.
è
5