Geen respons op DMX
Antwoord: Zoek de fout in de DMX-kabel of de aansluitingen, een defect in de controller of een storing in
de DMX-kaart van het apparaat.
Antwoord: Check drie mogelijke probleemgebieden: de voeding, de lamp, de zekering.
1. Controleer de DMX-kabel: Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact, vervang de DMX-
kabel en steek de stekker vervolgens weer in het stopcontact. Probeer nogmaals uw DMX-besturing.
2. Bepaal of de fout in de controller of het lichteffectapparaat zit. Werkt de controller goed met andere
DMX-producten? Zo niet, dan verstuurt u de controller voor reparatie. Zo ja, dan neemt u de DMX-
kabel en het apparaat mee naar een gekwalificeerde technicus.
Probleem
Eén of meer
fixtures doen
helemaal niets.
De fixtures kunnen
gereset worden,
maar reageren
slecht of
helemaal niet op
de controller.
De fixtures kunnen
gereset worden,
maar enkelen
reageren slecht
of helemaal niet
op de controller.
Geen licht
Mogelijke oorzaak/oorzaken
De fixture staat niet onder
spanning.
De primaire zekering is
doorgebrand.
De controller is niet aangesloten.
De 3-polige XLR Out van de
controller komt niet overeen met
de XLR Out van de eerste fixture
aan de koppeling (d.w.z., het
signaal is omgekeerd).
Veel interferentie in het signaal
Slechte datalinkaansluiting
De datalink is niet afgesloten met
een 120 Ohm eindplug.
Onjuiste adrestoewijzing van de
fixtures.
Eén van de fixtures is defect en
stoort de datatransmissie op de
link.
De 3-polige XLR Out op de fixtures
komt niet overeen (pennen 2 en 3
omgedraaid).
De fixture is te heet.
LED´s beschadigd
De instellingen voor de voeding
komen niet overeen met de
plaatselijke netspanning en -
frequentie.
Oplossing
• Controleer of de voeding
ingeschakeld is en dat de kabels
aangesloten zijn.
• Vervang de zekering.
• Sluit de controller aan.
• Sluit een faxe-omkeerkabel aan op
de controller en de eerste fixture op
de link.
• Controleer de kwaliteit van het
signaal. Als deze veel lager is dan
100 procent, dan kan het probleem
zitten in een slechte datalink-
aansluiting, gebroken of slechte
kwaliteit kabels, ontbrekende
eindplug of een defecte fixture die
stoort op de lijn.
• Controleer de aansluitingen en de
kabels. Corrigeer de slechte
aansluitingen. Repareer of vervang
beschadigde kabels.
• Plaats een eindplug in de uitgang
van de laaste fixture op de lijn.
• Controleer de adrestoewijzing.
• Omzeil één fixture per keer totdat de
normale werking is hersteld:
ontkoppel beide aansluitingen en
steek de stekkers in elkaar.
• Laat de defecte fixture nakijken door
een gekwalificeerde technicus.
• Sluit een fase-omkeerkabel aan
tussen de fixtures of wissel de
pennen 2 en 3 om in de fixture die
niet goed werkt.
• Laat de fixture afkoelen.
Maak de ventilator schoon.
Zorg dat de ventilatieopeningen op
het besturingspaneel en de voorste
lens niet geblokkeerd worden.
Zet de airconditioning kouder.
• Ontkoppel de fixture en retourneer
deze naar uw dealer.
• Ontkoppel de fixture. Controleer de
instellingen en corrigeer mogelijke
fouten.
18