Inhoudsopgave
Advertenties
Reset nulpunt (AutoZero)
Deze functie dient voor het resetten van het nulpunt van de
meting. De ijking van de start van het apparaat wordt daarmee
gereset en de actuele concentratie wordt ingesteld als nieuw
nulpunt.
Deze functie kan nuttig zijn bij het opsporen van een lek, omdat
het punt met de hoogste gasconcentratie en dus de
vermoedelijke lekkage beter kan worden gelokaliseerd.
Voer vóór het uitvoeren van een nieuwe meting onder
gewijzigde omgevingsomstandigheden beslist een nieuwe reset
van het nulpunt uit in een omgeving waarin zich geen gassen
bevinden die de meting beïnvloeden.
1. Druk op de toets reset nulpunt (13).
ð De indicatie AutoZero (24) verschijnt op het display.
2. Druk nogmaals op de toets reset nulpunt (13) om de reset
van het nulpunt te deactiveren. Houd er daarbij rekening
mee dat de oorspronkelijke ijking niet weer tot stand wordt
gebracht! Daarvoor moet u het apparaat opnieuw resetten
of opnieuw aanzetten.
Automatische uitschakeling
Wordt de indicatie Automatische uitschakeling (16) op het
display weergegeven, dan schakelt het apparaat uit nadat het
ca. 10 minuten niet is gebruikt.
Ga als volgt te werk voor deactiveren van de automatische
uitschakeling:
1. Druk op de toets Automatische uitschakeling (8).
ð De indicatie Automatische uitschakeling (16) gaat uit.
ð De automatische uitschakeling is gedeactiveerd.
Herhaal deze stappen om de automatische uitschakeling weer
in te schakelen.
Apparaat uitschakelen
1. Druk ca. 2 s op de toets AAN/UIT (11).
ð Er klinkt een korte signaaltoon.
ð Het apparaat wordt uitgeschakeld.
7
Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Storing
Het apparaat kan
niet worden
ingeschakeld.
Het display knippert
en tegelijkertijd
klinkt er een
akoestisch alarm.
Onderhoud en reparatie
Accu laden
Waarschuwing voor explosieve stoffen
Laad de accu nooit op in een atmosfeer met
explosiegevaar.
De accu moet worden opgeladen als de batterij-indicatie (17) op
het apparaat knippert of als het apparaat niet meer
ingeschakeld kan worden (zie hoofdstuk Accu laden).
Reiniging
Reinig het apparaat met een vochtige, zachte en pluisvrije doek.
Zorg dat geen vocht in de behuizing komt. Gebruik geen sprays,
oplosmiddelen, alcoholhoudende reinigingsmiddelen of
schuurmiddelen, maar uitsluitend water voor het bevochtigen
van de doek.
Reparatie
Wijzig het apparaat niet en bouw geen reserveonderdelen in.
Neem voor reparaties en controles van het apparaat contact op
met de fabrikant.
Bedieningshandleiding – gasdetector BG40
Oorzaak
Maatregel
De accu is leeg.
Laad de accu op
zoals beschreven in
het hoofdstuk
Bediening.
De sensor of de
Neem contact op
verwarming voor de
met de
sensor is defect.
klantendienst.
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
