Installeren
• De buitenluchttoevoer dient plaats te vinden vanuit de be-
schaduwde zijde van de woning, bijvoorbeeld uit de gevel of
overstek. Indien de buitenlucht van onder de pannen wordt
aangezogen, dient de aansluiting zo te worden uitgevoerd,
dat er geen condenswater in het dakbeschot ontstaat en er
geen water in kan lopen. Aanzuigen van de ventilatielucht
van onder de pannen is mogelijk als er via de boven- en
onderzijde van het dakvlak vrije lucht kan toetreden en de
riolering niet ontspant onder de pannen.
A = Afstand van 10 mm boven dakbeschot
B = Dakisolatie
C = Dichtschuimen
D = Pijp t.b.v. suppletielucht zorgvuldig isoleren en damp-
dicht afwerken
• Het afvoerkanaal dient zodanig door het dakbeschot te wor-
den gevoerd, dat er geen condenswater in het dakbeschot
ontstaat.
• Het afvoerkanaal tussen de Renovent Excellent en de dak-
doorvoer dient zodanig te worden uitgevoerd, dat opper-
vlaktecondensatie wordt voorkomen.
• Maak altijd gebruik van een geïsoleerde ventilatiedakdoor-
voer.
4759-0
Renovent Excellent 1e druk december 2010
1 = Renovent Excellent links 2/2
2 = Voorkeur aanzuigen ventilatie-
3 = Aanzuigen ventilatielucht door
4 = Aanzuigen ventilatielucht van
5a = Vrije aanzuig onderzijde dak-
5b = Vrije aanzuig bovenzijde dak-
6 = Rioolontspanning
7 = Voorkeurplaats afvoer ventila-
8 = Brink kunststof HR WTW buis
9 = Condensafvoer
10 = Akoestische slang
11 = Kanalen van en naar woning
6265-A
• De maximaal toelaatbare weerstand van het kanalensy-
steem bedraagt 150 Pa bij de maximale ventilatiecapaciteit.
Wanneer de weerstand van het kanalensysteem hoger is,
vermindert de maximale ventilatiecapaciteit.
• De plaats van de afvoer van de mechanische ventilatielucht
en rioolontluchting dient zo te worden gekozen, dat er geen
hinder ontstaat.
• De plaats van de toevoerventielen dient zodanig te worden
gekozen, dat vervuiling en tocht wordt voorkomen. Geadvi-
seerd word om de Brink toevoerventielen toe te passen.
1 = Brink toevoerventielen
2 = Toevoer uit wand
3 = Afzuigventiel in plafond of hoog in de wand
4 = Voorkom overspraak
5 = Bij voorkeur Brink instortkanalen
a = Spleet onder de deur van 2 cm.
Er dienen voldoende overstroomopeningen te worden aange-
bracht, zie NEN 1087, deurspleet 2 cm.
Hoofdstuk 5
(waterpas opstellen)
lucht
het dakvlak
onder de pannen
vlak
vlak
tielucht; Brink geisoleerde ven-
tilatiedakdoorvoer toepassen
9
4761-A