8. Instellen en opstarten
•
Deze handelingen moeten worden uitgevoerd conform EN/IEC
60079-17 en/of nationale en lokale wet- en regelgeving die van
toepassing is op explosieve atmosferen.
•
Voordat u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert, moet u
controleren of de plaatselijke omstandigheden vrij zijn van een
potentieel explosieve atmosfeer voor het veilig openen van de
beschermkappen.
•
De drukknoppen (260) kunnen worden gebruikt voor
INSTALLATIE-werkzaamheden in zones 0, 1 en 2.
•
Voor het gebruik van HART-communicatietools moet u voldoen
aan de vereisten die zijn gedefinieerd in hoofdstuk 10.
•
Tijdens het INSTELLEN is de 12400 niet in NORMAAL bedrijf.
De analoge uitgangssignalen afkomstig van AO_1, AO_2,
DO_1 en DO_2 kunnen niet in overeenstemming zijn met de
procesbewaking.
De volgende koppelings-, configuratie- en kalibratiewerkzaamheden
zijn alleen nodig als ze niet al zijn uitgevoerd door de fabrikant of door
de eindgebruiker. Controleer in alle gevallen of de werkzaamheden
voldoen aan het beoogde gebruik van het instrument.
•
Raadpleeg bijlage II voor het stroomdiagram van het menu met
drukknoppen.
•
Raadpleeg de instructie- en bedieningshandleiding voor de 12400
ref. 19367 om de volgende acties uit te voeren.
8.1 Koppeling
Het koppelen moet worden uitgevoerd vóór configuratie en kalibratie.
Het bestaat uit het correct positioneren van de sensor op de torsiebuis.
8.2 Configuratie
Deze handeling moet worden uitgevoerd voordat de kalibratie
is uitgevoerd en de werking van de 12400 gedefinieerd is. De
belangrijkste parameters zijn:
•
Type standmelder: ....................................... niveau of interface
•
Montage: .....................................................links of rechts
•
Huidige actie voor AO_1 en AO_2: .............. direct of achteruit
8.3 Kalibratie
Deze bewerking vraagt om het vloeistofniveau of de interface tussen
twee vloeistoffen te simuleren of te wijzigen. De basisbewerkingen
kunnen worden hervat door:
•
registratie van specifieke zwaartepunten van kalibratie en service.
•
NUL (laag niveau) en de kalibratie van het MEETBEREIK (hoog
niveau).
8.4 Opstarten
Controleer het volgende voordat u de digitale niveautransmitter/-
regelaar type 12400 inschakelt:
•
De 12400 staat in de modus NORMAAL.
•
De beschermkappen zijn volledig vastgeschroefd (104, 107,
255 en 280) en de schroeven van de veiligheidskap zijn goed
vergrendeld (06, 110 en 257).
Auteursrecht 2024 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
9. Onderhoud en service
9.1 Algemene regels
Deze handelingen moeten worden uitgevoerd conform EN/IEC 60079-
17 en/of nationale en lokale wet- en regelgeving die van toepassing is
op explosieve atmosferen.
9.2 Vóór onderhoud
Voordat u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert, moet u
controleren of de plaatselijke omstandigheden vrij zijn van een
potentieel explosieve atmosfeer voor het veilig openen van de
beschermkappen.
9.3 Tijdens onderhoud
•
Houd rekening met alle speciale bedrijfsomstandigheden vermeld
in hoofdstuk 10.
•
Besteed speciale aandacht aan het volgende:
– Controleer of alle onderdelen van de type 12400
onbeschadigd zijn. Vervang in geval van schade de defecte
onderdelen alleen door originele reserveonderdelen van de
fabrikant.
– Let vooral op de blauwe plug (190) met een
samendrukbare pakking (192) aan de achterkant van
het compartiment van het mechanisme. Dit apparaat is
een overdrukbeveiliging om overdruk in de behuizing
te voorkomen als gevolg van een lekkage van de
torsiebuis en om de behuizing te beschermen tegen het
binnendringen van stof en water.
– Zorg dat u de blauwe plug (190) in een veilige en schone
ruimte plaatst wanneer deze wordt verwijderd voor
onderhouds- of kalibratiewerkzaamheden.
– Let erop dat u de plug op de juiste diepte op de
12400-behuizing vastschroeft, zoals te zien is op
afbeelding 12 (ten minste 3 slagen na het contactpunt in
de leiding).
– Vervang deze plug NIET door een metalen plug.
– Neem in geval van schade of verlies contact op met
de plaatselijke klantenservice voor vervanging door
originele Masoneilan-onderdelen.
– Voor sommige processen waarbij gevaarlijke vloeistof
of gas wordt gebruikt, kan een slang op de plaats van de
plug (190) worden geplaatst om lekkage van de torsiebuis
buiten te voorkomen. Dit systeem mag de druk in de
12400-behuizing NIET boven 0,5 bar brengen.
– Controleer of de afdichting van de hoofdkap (109), de
afdichting van het aansluitcompartiment (105) en de afdichting
van het mechanismecompartiment (108) vrij zijn van schade.
– Controleer of de 12400-behuizing en de magneet (50) in het
compartiment van het mechanisme vrij zijn van schade.
- Controleer de kabelwartel en de elektrische aansluitingen.
– Om over te gaan tot een reiniging van de verschillende zijden
van de behuizing om stofafzettingen te voorkomen voor
instrumenten die in zones 20, 21 en 22 werken.
9.4 Na onderhoud
Controleer na het uitvoeren van werkzaamheden aan het apparaat of
de beschermkappen volledig zijn vastgeschroefd (104, 107, 255 en
280) en of de schroeven van de veiligheidskap goed zijn vergrendeld
(106, 110 en 257).
Gebruiksaanwijzing Masoneilan 12400 DLT ATEX | 6