Vlinderkleppen PremiSeal Figuur 38
Handleiding voor installatie & onderhoud
Opmerkingen
• De afsluiter kan met of zonder aandrijving in de leiding gemonteerd worden. Zorg ervoor dat
de klep voorzichtig bewogen kan worden zodat u kunt voelen of het klepblad de leiding raakt.
• Gebruik de afsluiter niet om de leiding te ondersteunen.
• De aangesloten leiding moet minimale krachten en momenten overbrengen op de afsluiter
tijdens en na installatie.
• Hanteren en optillen van de afsluiter MOET gebeuren volgens de voorschriften in paragraaf 1.3
'Hanteren'.
Belangrijk
De aansluitende flenzen moet in goede staat zijn en vrij van vuil en/of insluitingen.
Beide leidingen moeten van binnen geheel schoon zijn.
2.3.1 Bestaand systeem (zie figuur)
1. Controleer of de afstand tussen de flenzen overeenkomt met de bouwlengte van de
afsluiter. Spreid de flenzen met geschikt gereedschap om de afsluiter gemakkelijk in de
leiding te kunnen plaatsen.
2. Steek bij ringtype-afsluiters een paar bouten door de flensgaten om de afsluiter te dragen
als hij tussen de flenzen geplaatst is.
3. Sluit de klep zover dat de kleprand ten minste 10 mm binnen het huis valt.
4. Plaats de afsluiter tussen de flenzen, centreer de afsluiter en plaats alle flensbouten.
Draai de bouten met de hand vast.
5. Zet de klep voorzichtig helemaal open. (Het klepblad staat parallel aan de vlakke kanten of
de lijn op het vierkant aan de bovenzijde van de as).
6. Houdt de afsluiter goed uitgelijnd, neem de flensspreiders voorzichtig weg en draai de
flensbouten weer met de hand aan.
7. Draai de klep langzaam open en dicht om te controleren of het klepblad voldoende speling
heeft.
8. Zet alle bouten kruislings met het juiste aanhaalmoment vast. Bouten nooit te vast
aandraaien.
2.3.2 Nieuw systeem (zie figuur)
1. Draai de klep bijna helemaal dicht en centreer beide flenzen ten opzichte van het huis.
Zet het huis met en enkele bouten goed vast.
2. Plaats de combinatie flens-afsluiter-flens tussen de leidingen en centreer het geheel.
3. Zet de flenzen met een paar puntlassen vast aan de leiding.
4. Verwijder de bouten en haal de flens weg tussen de flenzen.
Belangrijk
Las de flenzen nooit helemaal vast terwijl de afsluiter tussen de flenzen zit geklemd
de hitte zal de zitting ernstig beschadigen.
5. Las nu de flenzen aan de leiding vast en laat de flenzen geheel afkoelen.
6. Plaats nu de afsluiter volgens de procedure die hierboven is beschreven voor bestaande
systemen.
2.4 Controle van de afsluiter
Controleer de werking van de afsluiter door hem in de volledig open en de volledig gesloten
stand te zetten. Ter controle van de klepstand moet de standaanwijzer op de aandrijving of
de handbediening verdraaien van de aanduiding 'geheel open' naar 'geheel gesloten' op de
aandrijving of de meerstandenplaat. Doorgaans sluit de klep in de richting van de klok.
Wijzigingen voorbehouden
blz. 3