2.6 LED Status
De LED op de SMART METER WiFi informeert de gebruiker over de interne status.
LED kleur
Off
3
In bedrijf stellen
Voordat u de SMART METER gaat gebruiken, moeten alle voor uw land geldende
veiligheidsmaatregelen en de algemene veiligheidsregels worden getroffen. Werk nooit aan een
systeem terwijl de netspanning is aangesloten.
Er zijn slechts enkele instellingen nodig om de SMART METER WiFi op te starten.
Het belangrijkste zijn de instellingen van de stroomtransformator.
Eerste inbedrijfstelling
3.1
Raadpleeg de volgende instructies wanneer u de SMART METER voor het eerst inschakelt.
Start de SMART METER WiFi door de spanning aan te sluiten op L1 en N als u een enkelfasig
systeem heeft of op L1, L2 en L3 met N als u een driefasig systeem heeft. Als de SMART
METER WiFi goed werkt dan knippert de LED groen.
Gebruik een Smart device met WiFi om een verbinding met het netwerk "elgris-XXXX" te
maken. De precieze naam en paswoord staat op de behuizing.
Open een webbrowser en maak verbinding met adres http://192.168.4.1
Ga naar "Settings" (zelfde wachtwoord) en controleer de stroomsensor (100 A / 400 A)
Als de verhouding wordt gewijzigd, moeten de vermogensaflezingen op de overzichtspagina
overeenkomen met het werkelijke vermogen. Een positieve waarde betekent verbruik van
het net, een negatieve waarde betekent terugleveren aan het net. Indien dit niet correct is,
controleer dan de bedrading van de stroomtransformator K en L en/of de pijl.
Om verbinding te maken met een WiFi-router, gaat u naar "Meter->WiFi Manager".
Selecteer "Verbind het apparaat met een wifi-netwerk" en voer de netwerkgegevens in.
Bevestig ten slotte de invoer met "Veilig wifi-netwerk"
Betekenis
Geen spanning of interne fout
Interne fout
WiFi access actief
Verbonden met router (standaard)
Geen verbinding met de router
Oplossing
Contact met support opnemen
Contact met support opnemen
Zie hoofdstuk 3.2
Controleer SSID en wachtwoord