6. WERKING
6.1 FILTEREN
____WARNING
De fi ltratie begint zodra de stroom door het fi lter stabiel is. Omdat het fi lter het vuil
uit het zwembadwater verwijdert, veroorzaakt het opgehoopte vuil weerstand in de
stroming. Als gevolg hiervan zal de overdruk stijgen en het debiet afnemen.
Wanneer de druk stijgt tussen 0,49 - 0,69 bar (7 en 10 psi) boven de startdruk
of wanneer de stroom afneemt tot onder de gewenste snelheid, moeten de
fi lterpatroonelementen worden vervangen of gereinigd. Zodra uw fi lter draait en er
een drukmeting is, lijnt u de groene pijl uit met de huidige meting. (Zie afb. 6)
Wanneer de druk stijgt tot of boven de rode of tweede pijl, moeten de
fi lterpatroonelementen worden gereinigd of vervangen.
Door de initiële startdruk te meten (met gereinigde fi lterelementen), kan worden
bepaald wanneer de fi lterpatroonelementen moeten worden vervangen in
plaats van gereinigd. Wanneer de fi lterelementen zijn gereinigd en teruggeplaatst
en de startdruk is hoger dan 0,41 bar (6 PSI) boven de startdruk met nieuwe
fi lterpatroonelementen, moeten de fi lterpatroonelementen worden vervangen
wanneer de meterpijl de rode pijl weer bereikt.
0,49 - 0,69 Bar
(7 - 10 PSI)
Druk na
reiniging.
Plaats hier een
groene pijl.
Afbeelding 6
14
Tijd voor het reinigen van de
fi lterpatronen,
wanneer de druk de rode pijl bereikt.
0 Bar