Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maxtec MaxFl02 Mini Gebruiksaanwijzingen pagina 5

Inhoudsopgave

Advertenties

5.0 SCHOONMAKEN
Zorg dat er geen vloeistoffen in de MaxFLO2 Mini. Maak de buitenkant van de MaxFLO2 Mini
schoon volgens de schoonmaakprocedures van de instelling. Volledig drogen voor gebruik.
NIET DOEN: de MaxFLO2 Mini in vloeistoffen laten weken of onderdompelen
NIET DOEN: vloeistoffen in de MaxFLO2 Mini laten komen.
NIET DOEN: de MaxFLO2 Mini via autoclaaf of ethyloxide steriliseren.
NIET DOEN: schoonmaakmiddelen met solventen op de MaxFLO2 Mini of zijn labels
gebruiken.
6.0 SERVICE EN ONDERHOUD
Maxtec raadt aan dat de controlelijst, die in deel 3 van deze bedieningshandleiding wordt
vermeld, wordt uitgevoerd voordat de MaxFLO2 Mini in gebruik wordt genomen en dat deze
hierna periodiek wordt uitgevoerd. Als de MaxFLO2 Mini niet werkt zoals beschreven in de
volgende tests, staak dan het gebruik van het apparaat en neem contact op met opgeleide
technici of uw Maxtec-verdeler of Maxtec op:
2305 South 1070 West, Salt Lake City, UT 84119 (801) 266-5300 or (800) 748-5355
De MaxFLO2 Mini's aanpassingsventielen moeten worden vervangen door R219P33-001 uit deel
10.2 van deze handleiding. Het volledige MaxFLO2 Mini-apparaat moet ten minste elke vier (4)
jaar worden onderhouden, met R219P33-004, om alle o-ringen en kleppen te vervangen.
Wanneer u een luchtbron van medische kwaliteit gebruikt, wordt het aangeraden om een
luchtinlaatwaterfilter/-opvangapparaat op de luchtinlaat van de MaxFLO2 Mini aan te sluiten
voordat u deze gebruikt. Vervuiling door gasbronnen kan de werking van de MaxFLO2 Mini
beïnvloeden.
Bewaar de MaxFLO2 mini op een nette, droge plaats wanneer u deze niet gebruikt.
7.0 AFKORTINGEN
FiO2 ..................................................................Fractionele concentratie van ingeademde zuurstof
°C .................................................................................................................................... Graden Celsius
°F ............................................................................................................................. Graden Fahrenheit
CGA ......................................................................................................... Compressed Gas Association
DISS ....... Naar de diameter geïndexeerd veiligheidssyteem (Diameter Indexed Safety System)
O2 ..............................................................................................................................................Zuurstof
LPM .............................................................................................................................. Liter per minuut
atm ......................................................................................................................Standaard atmosfeer
PSIG .....................................Waarde in pond per vierkante inch (Pounds Per Square Inch Gauge)
kPaG .....................................................................................................................Waarde in kilopascal
8.0 SPECIFICATIES
Gewicht (onverpakt) ................................................................................................... <1.5 lbs (0.7 kg)
Interne filter (lucht en 02-inlaat)....................................................................... 45-90 µm partikels
O2-concentratie aanpassingsbereik ............................................................................21% - 100% O2
Druk gastoevoer ................................................................................ 50 +/- 2 PSIG (345 +/- 14 kPaG)
Bereik van uitlaatstroom ...... 10 LPM (aan 20,9% O2 en 100% O2) tot 140 LPM (aan 60% O2) voor
.......................................................................................................................................0-70 lpm mixer
Optimale bedrijfsdruk ..........................................................................................50 PSIG (345 kPaG)
Maximaal toegelaten druk .................................................................................100 PSIG (689 kPaG)
Temperatuurbereik .................................................................................... 59°F - 104°F (15°C - 40°C)
Maximale toegestane temperatuur ............................................................................... 150°F (60°C)
Relatief vochtigheidsbereik ...................................................................0 - 95% niet condenserend
Bereik van geschikte omgevingstemperatuur voor bediening. .............5°F - 122°F (-15°C - 50°C)
9.0 RESERVEONDERDELEN EN
TOEBEHOREN
9.1 Meegeleverd
Onderdeelnummer ....................................................................................................................... Item
R223P08....................................................................................................MaxFLO2 Mini, 0-70 LPM, or
R223P14 .......................................................................................................... MaxFLO2 Mini, 0-15 LPM
R223M08 .................................................Bedieningshandleiding en gebruiksinstructies (Engels)*
WWW.MAXTEC.COM • (800) 748-5355
9.2 Reserveonderdelen
Onderdeelnummer: ...................................................................................................................... Item
R219P33-001 .........................................................MaxFLO2 Mini, 0-70 LPM Vervangingskit kleppen
R219P33-004 .............................................................................MaxFLO2 Mini, 0-70 LPM Inspectiekit
R219P33 ................................................................. MaxFLO2 Mini, 0-15 LPM Vervangingskit kleppen
R223P14-001 .............................................................................. MaxFLO2 Mini, 0-15 LPM Inspectiekit
9.3 Optionele accessoires
Onderdeelnummer: ...................................................................................................................... Item
R219P32 ...............................................22 mm Mannetjes/15mm Conische contrafitting, High Flow
R129P01 ........................................................................................................... 2' slang mengapparaat
R100P49-001 .................................................................SmartStack I.V. Staander (Enkel, premium)
10.0 BEDIENINGSTHEORIE
10.1 Mengen
De MaxFLO2 Mini is ontworpen om twee 50 PSIG (345 kPa) gasbronnen te gebruiken – lucht
en zuurstof voor medisch gebruik (Afbeelding 1, alleen ter referentie). De twee (2) gas gaan
binnen via de lucht- en zuurstofinlaatverbindingen, die zich aan de linker- en rechterzijde van
deMaxFLO2 Mini bevinden. Elke inlaataanlsuiting bevat een eenrichttingskeerklep die in geval
van drukverlies van een gasbron voorkomt dat er gas terugstroomt van het lucht- of zuur-
stoftoevoersysteem. Na de keerkleppen is er een 45-90 micron filter. Zodra het gas door de
filters stroomt, gaat het door een stromingsmeter die de druk compenseert. De drukgecom-
penseerde stromingsmeters geven door middel van een vlotter de stroom weer, ongeacht
de tegendruk. Een inlaatdruk hoger dan 100 PSIG (690 kPaG) kan de menger beschadigen
en/of verwondingen veroorzaken, en mag dus nooit worden overschreden. Variaties in de
inlaatdruk zullen de O2-concentraties van het geleverde gas wijzigen. De hoeveelheid variatie
bepaalt de grootte van de verandering in O2 concentratie. De MaxFLO2 Mini moet altijd 50+/-2
PSIG (345+/-14 kPaG) inlaatgasdruk ontvangen, voor een optimale prestatie van zowel de
stroom en O2 concentratienauwkeurigheid.
Luchtstroommeter
Luchtstroming
Regelventiel
Luchtinlaat
Lucht
10.2 Uitlaat voor gemengd gas
Aan de onderzijde van de MaxFLO2 Mini bevindt er zich een gasuitlaat. De uitlaat kan stromin-
gen van 10 LPM (aan 20,9% of 100% O2) tot 140 LPM (aan 60% O2) gemengd gas leveren. De
uitlaat mag tijdens normaal gebruik niet worden afgesloten of geblokkeerd.
17
Zuurstofstromingsmeter
Zuurstofstroming
Regelventiel
Inlaat zuurstofgas
Zuurstof
Uitlaat voor gemengd gas
Gemengd gas
NEDERLANDS

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave