6
Stel de batterij niet bloot aan zeer lage druk als gevolg van het risico op explosie
van de batterij of lekkage van brandbare vloeistof of gas.
Let op bij de installatie en het vervangen van de batterij. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor de consequenties van het niet juist plaatsen van de batterij.
De sirene dient op de muur geïnstalleerd te worden, hoog boven de vloer en op een moeilijk
toegankelijke plaats, om zo het risico van sabotage te minimaliseren. Zorg ervoor dat u wat
ruimte aan de bovenkant van de sirene/flitser vrijhoudt (minimaal 2,5 cm). Op die manier kunt
u de deksel er nog op plaatsen.
1. Verwijder de schroeven van de deksel.
2. Til de deksel ongeveer 60º op en verwijder deze (Fig. 3).
3. Plaats de batterij. De meest linkse led begint elke seconde te knipperen om aan te geven
dat de initialisatieprocedure van de batterij begonnen is. Gezien het specifieke karakter
van de batterij, moet deze correct worden geïnitialiseerd om de vereiste parameters voor
de stroomvoorziening te bereiken. Wanneer de batterij wordt geïnitialiseerd, kunt u de
sirene/flitser al aan het draadloze systeem toevoegen, maar de sirene is dan nog niet
gereed voor normale werking totdat de led met knipperen stopt.
Sluit de batterij pas aan, vlak voordat u de sirene/flitser installeert.
4. Voeg de sirene/flitser toe aan het draadloze systeem (zie de ABAX 2 / ABAX controller
handleiding). De sticker met het serienummer, welke ingevoerd dient te worden bij de
registratie, kan gevonden worden op de print.
In het INTEGRA / VERSA alarmsysteem zal de sirene/flitser geïdentificeerd worden
als ASP-100.
Gelijktijdige werking van de sirene/flitser in de ABAX 2 en ABAX controller is niet
mogelijk.
5. Plaats de deksel van de sirene/flitser terug.
6. Plaats de sirene/flitser tijdelijk nabij de installatie locatie.
7. Controleer het signaalniveau tussen de sirene/flitser en de ABAX 2 / ABAX controller.
Indien het signaalniveau lager is dan 40%, selecteer dan een andere installatie locatie.
Soms is het verplaatsen van het apparaat met 10 cm tot 20 cm voldoende.
Met de ARF-200 tester kunt u op de toekomstige installatielocatie de draadloze
signaalsterkte controleren, zonder dat u daar sirene/flitser hoeft te plaatsen.
8. Verwijder de deksel van de sirene/flitser.
9. Koppel de batterij los van de elektronische module.
10. Beweeg de houders van de elektronische module opzij en verwijder deze.
11. Plaats de behuizing op de muur en teken de locaties voor de gaten af (Fig. 2). Vergeet
niet om rekening te houden met het montage gat voor de sabotagebeveiliging.
12. Boor gaten in de muur voor de pluggen.
13. Gebruik schroeven (en evt. pluggen) om de basis van de behuizing op het montage
oppervlak te bevestigen. Vergeet niet om rekening te houden met het montage gat voor
de sabotage beveiliging. De meegeleverde muurpluggen zijn bedoeld voor beton,
baksteen, enz. Gebruik voor andere soorten oppervlakken (gipsplaat, holle wanden) de
juiste muurpluggen.
14. Plaats de elektronische module terug in de behuizing.
15. Sluit de batterij aan op de elektronische module.
16. Plaats de deksel weer op de behuizing en schroef deze dicht.
ASP-200
SATEL