6. Het aanpassen van de monitor
Het bediedingspaneel
1. "Power": De monitor in- en uitschakelen.
2. "AUTO" toets : Automatische instelling van verticale positie, fase, horizontale positie en
pixelfrequentie.
3. "MENU" toets: Activeert het hoofdmenu van de OSD en keert terug naar het vorige menu of
sluit de OSD.
t
4.
(Omhoog)/Volume-toets: Om omhoog te navigeren of een waarde te verhogen. Deze toets
is tevens de sneltoets voor Volume (Volume).
u
5.
(Omlaag)/Modus-toets: Om omlaag te navigeren of een waarde te verlagen. Deze toets is
tevens de sneltoets voor Mode (Modus).
6. "ENTER" toets: Open submenu's en selecteer items.
OSD = On Screen Display (Weergave op het scherm).
De sneltoetsen geven een geleidelijke schaal weer om de waarde van de betreffende instelling aan te
passen, en functioneren alleen als het OSD-menu niet wordt weergegeven. Weergave van sneltoetsen
verschijnt enkele seconden nadat de laatste toets is ingedrukt. Zie
Het aanpassen van de monitor
18
"Sneltoetsmodus" op pagina
21.