nl Uw apparaat leren kennen
5.2 Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw apparaat instellen en infor-
matie krijgen over de gebruikstoestand.
Programma's → Pagina 25
1
Programmakiezer
2
→ Pagina 29
Toetsen → Pagina 21 en dis-
3
play → Pagina 19
5.3 Bedieningslogica
Sommige bereiken van het display
reageren op aanrakingen. U activeert
instellingen door op de toetsen te
drukken. De geactiveerde instellingen
zijn op het display helder geaccentu-
eerd. U kunt geactiveerde instellin-
gen wijzigen of deactiveren, door op
het display opnieuw op de betreffen-
de toets te drukken.
LET OP!
Een inwerking met geweld op het dis-
play kan schade veroorzaken.
Geen sterke druk op het display
▶
uitoefenen.
Niet met puntige of scherpe voor-
▶
werpen op het display drukken.
18
1
2
1
Instelwaarde wijzigen
Wanneer u bepaalde instellingen acti-
veert, dan toont het display selectie-
knoppen en u kunt de instelwaarde
wijzigen.
Druk op de selectieknoppen
▶
→ Pagina 21.
Het display toont de instelwaarde.
3
2