Inhoudsopgave
Advertenties
Problemen oplossen
Het juiste vacuüm wordt nooit bereikt.
Controleer of de gasballast gesloten is (verticale stand, gele LED uit).
Zorg ervoor dat de olie vers is.
Controleer of het oliepeil tussen de MIN- en MAX-markeringen staat.
Controleer of alle poortdoppen gesloten zijn en goed afdichten.
Beperk het aantal verbindingen. Controleer op lekkage bij aansluitingen.
Gebruik vacuümbestendige slangen.
Controleer op verstoppingen tussen de pomp en het systeem.
Controleer het systeem op lekkage.
Controleer of uw vacuümmeter op de juiste plaats zit en nauwkeurig is.
Gebruik de juiste pomp voor de klus, 6 CFM tot 10 CFM (meer dan 50 ton).
Voer een drievoudige evacuatie uit om vocht uit het systeem te
verwijderen door het systeem door te spoelen met droge stikstof.
Het vacuüm stijgt wanneer het systeem wordt
geïsoleerd.
Zorg ervoor dat de micron-gauge zich aan de systeemzijde van de
afsluitklep bevindt. De micron-gauge van een verdeler met 3 poorten (2
kleppen) kan het vacuüm van een systeem niet meten als de kleppen gesloten
zijn. Gebruik een afsluitklep op de derde poort om de pomp te isoleren van het
systeem (pagina 20).
Controleer het systeem op lekkage.
De achtergrondverlichting van de olie gaat niet
aan wanneer de stekker in het stopcontact zit.
Controleer of het netsnoer en het stopcontact goed werken en of de
bronspanning overeenkomt met de pomp. Als de achtergrondverlichting
niet schijnt en de pomp aangaat, moet de LED-module van de olie-
achtergrondverlichting mogelijk worden vervangen.
Pomp maakt veel lawaai.
De pomp wordt mogelijk zwaar belast.
Losse voorwerpen kunnen in de hoes trillen.
De motorlagers kunnen slecht zijn. De motor moet worden vervangen.
De motor kan zijn losgeraakt. Draai de bouten van de motorsteun vast.
Het oliepeil of de olietoestand kan slecht zijn. Ververs de olie.
Er kunnen lekken zijn. Draai alle verbindingen vast of repareer ze.
32
Er komt olienevel uit de uitlaat.
Een lichte olienevel is normaal als gevolg van de luchtstroom die de
olie door en uit de pomp voert. U kunt een tuinslang op de uitlaatpoort
aansluiten om olienevel onder controle te houden (pagina 25).
Bij grotere systemen met lange evacuatietijden kunnen langdurige
hogedrukcondities leiden tot overmatige verneveling. Voeg indien
nodig olie toe als er overmatig olieverlies optreedt.
De motor start niet bij het inschakelen.
De modellen VPX7/VP87 hebben een softstartfunctie die de
snelheid tijdens het opstarten langzaam verhoogt. Langzaam
opstarten bij koude temperaturen is normaal.
De olie in de pomp kan te stroperig zijn geworden door vervuiling
of lage temperatuur. Gebruik verse Fieldpiece-vacuümpompolie binnen
de gebruikstemperatuur van de pomp.
De pomp kan koud zijn. Verwarm de pomp in uw vrachtwagen/huis
door hem in een warme omgeving te laten staan. U kunt de olie in uw
vrachtwagen/huis opwarmen voordat u deze aan de pomp toevoegt.
De pomp kan koud zijn. Open een ongebruikte ingangspoort naar
de omgeving enkele seconden tot de pomp draait.
Spanning is onjuist. Zorg ervoor dat het snoer de juiste lengte heeft
en dat de bronspanning overeenkomt met de pomp.
De motor kan beschadigd zijn. De motor moet worden vervangen.
Thermische motorbeveiliging geactiveerd. Wacht tot de machine
is afgekoeld tot het gebruiksbereik en bepaal waarom de machine
oververhit is geraakt. De belasting kan te hoog zijn.
Er lekt olie rond de basis.
Er is waarschijnlijk olie in de behuizing gevallen rond de vulpoort
en die druppelt nu door de interne behuizing. Veeg schoon en
zorg ervoor dat er geen olie wordt gemorst bij het bijvullen van de
olievulpoort met brede opening.
33
Advertenties
Inhoudsopgave
