F10 : Aansturing en bediening. 0 : Bediening via druktoetsen op frequentieregelaar.
Wanneer F10 =1 (bediening via klemmenstrook op de frequentieregelaar) is het tevens mogelijk een noodstop
te geven via de druktoetsen op de frequentieregelaar.
F11 : Gewenste snelheid instellen.
Deze parameter bepaald hoe de gewenste snelheid (het toerental) wordt ingegeven.
1
Wanneer voor het instellen van de gewenste snelheid gebruik wordt gemaakt van de twee pijldruktoetsen
st op de frequentieregelaar en de multifunctionele ingang(en) ingesteld staat op een vaste frequentie SP1
of tornen, werken de twee pijldruktoetsen op de frequentieregelaar niet indien de multifunctionele ingang actief
is. Er verschijnt in de uitlezing de errormelding Err1.
2
Let op ! Als de analoge signaalaansturing van 4 -20 mA wordt gebruikt, behoort ook de schakelaar SW1,
zie pagina 16 en 17 (deze bevindt zich achter het schuifklepje aan de rechterzijde van de frequentieregelaar ter
hoogte van de klemmenstrook) in de juiste stand te worden gezet.
F06
0 mA. 4mA.
0 V.
F12 : Modulatiefrequentie.
Door de schakelfrequentie van de IGBT te verhogen, wordt het geluid van de motor minder.
Een hogere schakelfrequentie kan andere apparaten in de omgeving beïnvloeden.
F12
Modulatie frequentie
1
4 kHz.
2
5 kHz.
3
6 kHz.
4
7.2 kHz.
5
8 kHz.
6
10 kHz.
7
12 kHz.
8
14.4 kHz.
9
15 kHz.
10
16 kHz.
Electro ABI b.v.• Aandrijf- en besturingstechniek • A. Hofmanweg 60 • 2031 BL Haarlem
tel. (31) 2 3 5 3 1 9 2 9 2 • fax.(31) 2 3 5 3 2 6 5 9 9 • e-mail: i n f o @ a b i . n l
1 : Bediening via klemmenstrook op de frequentieregelaar.
0 : Via druktoetsen op de frequentieregelaar.
1 : Via een externe potentiometer of analoog signaal.
0 –10V / 0-20mA.
2 : Via een analoog signaal 4-20 mA. ( zie aantekening 2).
20 mA.
10 V.
1 t/m 5.
24
-drive