1 WAARSCHUWING EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LEES DEZE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR ALVORENS DE INSTALLATIE UIT TE VOEREN
1.
Bevestig dit product niet op plaatsen waar de volgende omstandigheden zich (kunnen) voordoen:
Buitensporig veel olie of vet in de atmosfeer;
Corrosieve of ontvlambare gassen, vloeistoffen of dampen;
Sproeiwater van brandslangen;
Omgevingstemperaturen van meer dan 40°C of minder dan -10°C.
Mogelijke obstructies die de toegang tot de eenheid of verwijdering van de eenheid verhinderen.
2.
Alle bedradingen dienen overeen te komen met de huidige IEE-bedradingsregulaties BS7671 of desbetreffende standaarden in uw
land. Installatie dient na voltooiing te worden gecontroleerd en getest door een gekwalificeerd persoon.
3.
Bij installatie van een ventilatietoestel van Air Systems dient erop gelet te worden dat er geen elektrische of andere verborgen
leidingen beschadigd worden.
4.
De installateur is verantwoordelijk voor de installatie en elektrische aansluiting van het ventilatiesysteem op locatie. Daarnaast is
het ook zijn verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de unit veilig en volgens de richtlijnen is geïnstalleerd.
5.
Alle wettelijke vereisten dienen strikt te worden gevolgd om gevaar tijdens en na installatie te voorkomen alsook bij service en
onderhoud.
6.
Het ventilatietoestel dient te worden aangesloten met een tweepolige stekker + aarding. Deze stekker moet in een bijpassende
stekkerdoos ingestoken worden. Deze stekkerdoos dient met een zekering van 16A beveiligd te worden.
7.
Zorg ervoor dat de stroomtoevoer (spanning, frequentie en fase) overeenkomt met de waarden op het identificatieplaatje.
8.
De Whisper ventilatietoestellen dienen geaard te worden.
9.
De condensafvoer van de unit dient te worden aangesloten op het afvoersysteem via een waterslot (bv. gevulde sifon).
10.
Er mogen geen afvoer- of toevoerroosters aangesloten worden aan het toestel in een ruimte waar een open verbrandingsketel is
geplaatst.
11.
Om het gewenste geluidsniveau te bekomen, kan de installateur genoodzaakt zijn om geluid- en trilling dempende
bevestigingsmaterialen te gebruiken. Deze zijn niet standaard voorzien.
12.
De ventilatie unit mag niet rechtstreeks op de luchtafvoer van een droogkast worden aangesloten.
13.
De afvoer- of toevoerventielen dienen volledig geopend te worden voor het toestel in gebruik wordt genomen.
14.
De luchttoevoer moet van buiten het gebouw komen.
15.
Controleer de interne condensafvoer en bijhorende pijpen op verstoppingen en blokkades alvorens de ingebruikname.
16.
De toevoer- en afvoerventielen aan het plafond dienen zich minimaal 300 mm van een wand te bevinden. Dit is noodzakelijk om
de meetapparatuur voor de debietmeting correct te kunnen gebruiken.
17.
Het toestel moet tijdens ingebruikname minimaal vijf minuten stabiliseren als je de unit overschakelt naar een andere
ventilatiestand.
18.
Indien de Whisper in een nieuw gebouw wordt geplaatst, dienen de toevoer- en afvoerfilters gedurende de eerste zes maanden
minstens elke maand worden gecontroleerd.
19.
Dit apparaat dient buiten het gebruik van kinderen geplaatst te worden. Het is geen speelgoed.
20.
Zorg ervoor dat de aan- en afvoerleidingen van het toestel voldoende van elkaar zijn verwijderd en op minimaal 2000 mm afstand
van een eventueel rookkanaal.
21.
Als de kanalen of condensafvoer door een onverwarmde zolder of soortgelijke locatie lopen, dienen de deze worden geïsoleerd.
22.
Dit product dient niet met het huishoudelijk afval te worden meegegeven. Zorg indien mogelijk voor recycling. Raadpleeg uw
plaatselijke autoriteiten voor advies.
BELANGRIJK
2023 - p4 | 38