Meten
Als een temperatuursonde is aangesloten, geeft de meter de gemeten temperatuur weer.
Als een meetwaarde onstabiel is, wordt een zandlopersymbooltje weergegeven totdat de waarde
stabiel wordt. Als de meetwaarde boven het meetbereik ligt, knippert de meter de meest nabije
waarde op volle schaal.
Om de meter UIT te schakelen, drukt u op de AAN/UIT-toets.
Als er geen temperatuursonde is aangesloten, toont het display knipperende streepjes en wordt het
bericht "NO PROBE" weergegeven.
Foutmeldingen
No probe
De sonde is onderbroken of niet aangesloten.
Calibration check error
Als tijdens de kalibratiecontrole de meter meer dan ± 0,3 °C toont.
Damaged probe
Wanneer de metingen ver buiten het meetbereik liggen, kan de sonde beschadigd raken. Het
display toont knipperende streepjes.
9