Inhoudsopgave
Advertenties
11.4 Alarm/Bypass-functie
De MaxBlend Lite is afhankelijk van de lucht-zuurstofmenger voor de alarm/bypass-functie.
Normale mengers zijn voorzien van een drukverschilalarm dat een hoorbaar alarmsignaal geeft
als er een (nominaal) verschil van meer dan 50 PSIG (3,4 BAR) ontstaat in de druk van de gasbron-
nen of als de gasvoorziening vanuit één van de gasbronnen wordt onderbroken. Dit alarm wordt
geproduceerd door een reed-alarm dat zich bevindt in een dop aan de onderkant van de menger.
Het primaire doel van het alarm is om de gebruiker hoorbaar te waarschuwen voor een boven-
matig drukverlies of het leegraken van een van beide gasbronnen Als de druk voor beide gas-
bronnen tegelijkertijd toeneemt of daalt, wordt het alarm niet geactiveerd. Als de druk voor één
van beide gasbronnen daalt, daalt de uitlaatdruk evenredig, doordat het gasmengsel altijd wordt
afgestemd op de gasbron met de laagste druk.
De gasbypassfunctie werkt in combinatie met het alarm. Zodra het drukalarm wordt geactiveerd,
wordt ook de bypassfunctie geactiveerd en stroomt het gas met de hoogste druk rechtstreeks naar
de uitlaatpoort, waarbij de mengfunctie van de menger wordt omzeild. De zuurstofconcentratie
die uit de menger stroomt komt overeen met de zuurstofconcentratie van het gas met de hoogste
druk. In de alarm/bypass modus levert de menger zuurstof (100%) of medische lucht (21%) totdat
het drukverschil tussen beide gasbronnen is teruggebracht naar 6 PSI (0,4 BAR) of minder. Als de
menger is ingesteld om 21% te leveren en de druk van de zuurstofbron ver genoeg is gedaald om
een drukverschil van 20 PSI (1,3 BAR) te creëren, gaat het alarm mogelijk niet af omdat het apparaat
de ingestelde concentratie van 21% blijft leveren.
Als een iets andere instelling dan 21% wordt gekozen zal het drukverschilalarm wel afgaan.
Overeenkomstig zal het alarm, als de MaxBlend Lite is ingesteld om 100% te leveren en de druk
van de luchtbron daalt of wegvalt, mogelijk niet afgaan omdat het apparaat een concentratie van
100% blijft leveren.
12.0 FLOWKENMERKEN
De volgende flowkenmerken zijn gebaseerd op het gebruik van een normale menger.
De uitlaatdruk van de menger neemt af wanneer de totale stroomsnelheid toeneemt. De
totale stroomsnelheid is de meting van de totale stroom uit alle uitlaatpoorten. De onder-
staande grafieken tonen het typische drukverlies dat ontstaat voor het lage-flowmodel en
het hoge-flowmodel bij 3 inlaatdrukinstellingen; 30 psig (2,07 bar), 50 psig (3,45 bar) en
75 psig (5,17 bar).
De vaste acryl flowmeter aan de linkerkant van de MaxBlend Lite is drukgecompenseerd
met het oog op het drukverlies dat ontstaat in de menger bij elk debiet, uitgaande van een
inlaatdruk van 50 psig (3,45 bar).
Portata rispetto a caduta di pressione
(Per miscelatore ad alto flusso)
25
20
15
10
5
0
0
20
40
Portata rispetto a caduta di pressione
(Per miscelatore ad alto flusso)
25
20
15
10
5
0
0
5
10
WWW.MAXTEC.COM • (800) 748-5355
30 psig
(2,1 bar)
60
80
100
Portata (LPM)
30 psig
(2,1 bar)
15
20
25
Portata (LPM)
13.0 ELEKTROMAGNETISCHE
COMPATIBILITEIT
De informatie in dit hoofdstuk (zoals de afstanden) is in het algemeen specifiek opgesteld
voor de MaxBlend Lite-monitor. De vermelde cijfers vormen geen garantie voor een fout-
loze werking, maar bieden hiervoor wel een redelijke mate van zekerheid. Deze informatie is
mogelijk niet van toepassing op andere medische elektrische apparatuur; oudere apparatuur
kan bijzonder gevoelig zijn voor interferentie.
Opmerking: Medische elektrische apparatuur vereist speciale voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit (EMC) en moet worden geïnstalleerd en in
bedrijf worden gesteld volgens de EMC-informatie in dit document en de andere instructies
voor het gebruik van dit apparaat.
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur kan invloed hebben op medische elek-
trische apparatuur.
Gebruik alleen de kabels en accessoires die in de gebruiksaanwijzing worden vermeld.
Het gebruik van andere kabels en/of accessoires kan een negatieve invloed hebben op de
veiligheid, prestaties en elektromagnetische compatibiliteit (verhoogde emissie en vermin-
derde immuniteit).
Wees voorzichtig als het apparaat naast of bovenop andere apparatuur wordt gebruikt; als het
gebruik naast of bovenop andere apparatuur onvermijdelijk is, dan moet men controleren of
het apparaat normaal werkt in de te gebruiken configuratie.
Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik in de hieronder
gespecificeerde elektromagnetische omgeving.
De gebruiker van deze apparatuur moet verzekeren dat de
apparatuur gebruikt wordt in een dergelijke omgeving.
EMISSIES
RF-emissies (CISPR 11)
50 psig
(3,4 bar)
CISPR-emissieclassificatie Klasse A
75 psig
(5,2 bar)
Harmonische emissies
(IEC 61000-3-2)
Spanningsschom-
melingen
120
50 psig
(3,4 bar)
75 psig
(5,2 bar)
30
35
63
ELEKTROMAGNETISCHE EMISSIES
NALEVING
IN OVEREEN-
ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVING
STEMMING MET
Groep 1
De MaxBlend Lite maakt enkel gebruik
van RF-energie voor zijn interne functie.
Daarom zijn de RF-emissies erg laag en
is het onwaarschijnlijk dat ze storingen
zullen veroorzaken aan elektronische
apparatuur in de nabijheid.
De MaxBlend Lite is geschikt voor gebruik
in alle omgevingen, behalve in huiselijke
Klasse A
omgevingen en in die omgevingen die
rechtstreeks aangesloten zijn op een
voldoet aan
openbaar lagespanningselektriciteitsnet dat
elektriciteit levert aan gebouwen die gebruikt
worden voor huishoudelijke doeleinden.
OPMERKING: De EMISSIE-karakteristieken
van deze apparatuur maken het apparaat
geschikt voor gebruik in industriële
omgevingen en ziekenhuizen (CISPR 11, klasse
A). Als de apparatuur gebruikt wordt in een
woonomgeving (waarvoor er normaal CISPR
11, klasse B vereist is), kan het zijn dat deze
apparatuur onvoldoende bescherming biedt
voor radiofrequente communicatieservices. Het
kan zijn dat de gebruiker mitigatiemaatregelen
moet nemen, zoals het verplaatsen of het
opnieuw oriënteren van de apparatuur.
NEDERLANDS
Advertenties
Inhoudsopgave
