Inhoudsopgave
Advertenties
• verdeel, in geval van grote vloeren, de route in parallel aan elkaar liggende
rechthoekige zones.
Haal eventueel de mop of een dweil over punten die ontoegankelijk zijn voor de
schrobzuigmachine.
6.7.
Werk
De stoel (fig. D, ref. 3) is voorzien van een veiligheidssensor. Zijn functie is om de
beweging van de machine alleen vrij te geven als de bestuurder op de stoel gezeten
Op de machine (alleen CT230) is een veiligheidssysteem tegen kantelen aanwezig,
dat op aanmerkelijke wijze de snelheid tijdens de stuurbewegingen beperkt,
ongeacht de druk die op het gaspedaal wordt uitgeoefend. Deze snelheidsafname
in bochten is dus niet een defect, maar een kenmerk dat de stabiliteit van de
machine onder alle omstandigheden verbetert.
Als het rijpedaal wordt losgelaten, vindt automatische uitschakeling van alle
functies binnen circa 5 seconden plaats (Auto Power-Off). In deze pauzetoestand
zal de lichtgevende indicator van het gekozen programma knipperen. Om de
functies weer te activeren, hoeft men slechts de machine te verplaatsen, zonder het
reeds geselecteerde programma uit te schakelen (Auto power-ON).
Ga als volgt te werk zodra de machine is voorbereid.
• start de machine door de sleutel (hoofdschakelaar) rechtsom te starten (fig. B, ref. 3).
• Kies uit de drie beschikbare programma's het programma dat het meest geschikt is. Bij
bediening van deze knoppen worden alle functies van het gekozen programma
geactiveerd (inschakeling borstelmotoren, inschakeling afzuiging):
• P1 (fig. B, ref. 1) licht reinigingsprogramma voor gladde vloeren die niet bijzonder
vuil zijn.
• P2 (fig. B, ref. 15) gemiddeld reinigingsprogramma voor gladde vloeren die
duidelijk vuil zijn.
• P3 (fig. B, ref. 2) zwaar reinigingsprogramma voor ruwe vloeren (cement e.d.) die
zeer vuil zijn.
• druk op de regelknoppen van de vloeistofstroom (fig. B, ref. 5) om de hoeveelheid
afgegeven vloeistof vast te stellen, welke hoeveelheid wordt weergegeven door het
branden van de leds.
• stel met de keuzeschakelaar rijrichting (fig. B, ref. 12) de rijrichting vast.
• bedien het rijpedaal (fig D, ref. 2).
• de maximum werksnelheid kan ingesteld worden met de snelheidspotentiometer (fig.
B, ref. 18).
• Als de machine van zijborstels is voorzien, moeten deze omlaag worden gebracht met
de hendels op de stuurkolom van de machine. De motoren van de borstels werken
uitsluitend wanneer de borstels volledig omlaag zijn gebracht (fig. R, ref. 1).
• Begin te werken.
•
NEDERLANDS
18
i INFORMATIE
is.
i INFORMATIE
i INFORMATIE
Advertenties
Inhoudsopgave
