M1.2.SC280V.NL - 16022023
TORROS
Uitval
Ongewone slijtage aan de
zijkant of achterkant van het
blad.
Tanden werden van het lemmet
gerukt.
De motor wordt te heet.
Rechte trapsgewijze snede.
Grof gesneden.
Het blad draaien.
De
zaagarm
gaat
omhoog nadat de knop is
ingedrukt.
Mogelijke oorzaken
De bladgeleiders zijn versleten.
De lagers van de hamergeleider zijn onjuist
afgesteld.
De lagersteun van de geleider zit los.
De tanden zijn te groot voor het werkstuk.
Druk te hoog, snelheid te laag.
Het werkstuk trilt.
Chips in de tandholte.
Bladspanning te hoog.
Aandrijfriemspanning te hoog.
Het blad is te groot voor het werkstuk.
Het blad is te dun voor het werkstuk.
De tandwielen zijn niet goed uitgelijnd.
De tandwielen moeten worden gesmeerd.
Het mes komt vast te zitten in de inkeping.
Toevoerdruk te hoog.
De lagers van de hamergeleider zijn onjuist
afgesteld.
Onvoldoende bladspanning.
Versleten blad.
Ongeschikte snelheid.
De bladgeleiders staan te ver uit elkaar.
De bladgeleiders zitten los.
De bladsteun zit te ver van de randen van
het wiel.
Snelheid of voeding te hoog.
Het blad is te dik.
Onvoldoende bladspanning.
Het mes komt vast te zitten in de inkeping.
De bladspanning is te hoog.
niet
Dieptemeter verkeerd ingesteld.
Oplossingen
Vervang de mesgeleiders.
Stel de lagers juist af.
Vastdraaien.
Gebruik een blad met fijnere tanden.
Verminder de druk, verhoog de snelheid.
Klem het werkstuk stevig vast.
Gebruik een blad met dikkere tanden of
borstel het blad om spaanders te
verwijderen.
Verminder de spanning van het blad.
Verlaag de spanning van de aandrijfriem.
Gebruik een dunner mesje.
Gebruik een dikker blad.
Stel de tandwielen zo af dat de worm in het
midden zit.
Controleer de smering.
Verlaag de toevoerdruk.
Verminder de druk door de spanning
van de veer aan de zijkant van de zaag
te verhogen.
Stel de lagers juist af, de speling mag niet
groter zijn dan 0,001.
Verhoog de bladspanning.
Vervang het blad.
Pas de snelheid aan.
Stel de mesgeleiders af.
Vastdraaien.
Pas de positie van het blad aan volgens de
instructies in de handleiding.
Verlaag de snelheid of de voedingssnelheid.
Gebruik een dunner mesje.
Verhoog de bladspanning.
Verlaag de toevoerdruk.
Verminder de spanning van het blad.
Druk op de noodstopknop en de resetknop.
Controleer de positie van de bovenste
eindschakelaar en de ronde aanslagstang.
Zorg ervoor dat de eindschakelaar zich altijd
onder de ronde aanslagstang bevindt.
Controleer de peilstok. Vul bij indien nodig.
Controleer de draairichting van de motor.
Controleer of deze rechtsom draait.
21