Inhoudsopgave
Advertenties
Montage
Montageplek bepalen
• Bevestig de schijnwerper op een stabiele en
vibratievrije muur op een hoogte van 2,5 - 3 m.
• Installeer de schijnwerper alleen buiten handbereik
om aanrakingen te voorkomen.
• Houd een minimale afstand van ongeveer 20 cm tot
andere voorwerpen aan om een optimale ventilatie
te waarborgen.
• Monteer de schijnwerper op een vuil- en stofvrije
plaats, beschermd tegen regen (bijv. onder
een afdak), beschermd tegen de zon en andere
weersinvloeden.
• Zorg ervoor dat de schijnwerper niet door een
andere lichtbron wordt gestoord.
• Richt de bewegingssensor
ventilatorkachels, airconditionings, zwembaden
en andere voorwerpen die snel van temperatuur
veranderen.
• Richt de bewegingssensor niet op bomen, struiken
of plaatsen waar rondlopende dieren aanwezig
zouden kunnen zijn.
• Houd er rekening mee dat de bewegingssensor met
name op dwarse bewegingen en niet zozeer op
bewegingen in de lengte reageert.
Schijnwerper monteren
WAARSCHUWING!
Elektrocutiegevaar!
Een verkeerde elektrische installatie of
te hoge voedingsspanning kan leiden tot
een elektrische schok. U brengt niet alleen
zichzelf, maar ook anderen in gevaar.
• Laat de installatie uitsluitend door een
geautoriseerde elektricien uitvoeren.
niet op
2
• Zorg er tijdens het boren van de
montagegaten voor dat u niet op
leidingen, kabels of buizen (bijv. water- of
gasleidingen) stuit.
• Voer de montage in spanningsvrije staat
uit. Schakel de zekeringautomaat van
het stroomcircuit uit. Beveilig hem (bijv.
via een waarschuwingsbordje) tegen
inschakeling.
• Let bij de installatie op de juiste
poolrichting van het kroonsteentje. Zie
afbeelding C op pag. 5 voor informatie
over hoe de kabel/aansluitkabel moet
worden aangesloten.
1. Zorg ervoor dat de stroom is uitgeschakeld. Teken
de posities van de boorgaten van de muursteun
14
op de montageplek op de muur.
2. Controleer of op die plaats geen kabels of leidingen
door de muur lopen.
3. Boor twee gaten en plaats de bijbehorende
pluggen.
4. Schroef de muursteun (voor muur- of
hoekmontage)
14
met de 2 schroeven aan de
muur en controleer of de steun goed vast zit.
5. Prik de kabeldoorgang
voorwerp (zie afb. D).
6. Voer de aansluitkabel van buiten door de
kabeldoorgang
.
15
7. Sluit de buitengeleider
geleider
13
en de aardgeleider
kroonsteentje
van een juist geïnstalleerde
6
aansluitdoos. Sluit de neutrale geleider aan op de
met N gekenmerkte klem, en de buitengeleider L
op de met L gekenmerkte klem, om een verkeerde
installatie en daarmee een beschadiging van
door met een scherp
15
11
, de neutrale
12
aan op het
9
Advertenties
Inhoudsopgave
