Gebruikershandleiding Compacte Autoranging Hobby Multimeter UT33A
8. LCD Display (zie figuur 2)
9. Metingen verrichten
Indien het display leeg is dient gecontroleerd te worden of de meter in de slaapstand staat.
Controleer of de 'low-battery'
worden.
Let extra op de waarschuwing symbolen nabij de meetbussen alvorens een meting gestart wordt.
A.
Gelijkspanning meting (zie figuur 3)
Waarschuwing
Om persoonlijk letsel of schade aan de meter te voorkomen dient vermeden te worden om spanningen hoger dan 500V te
meten ondanks dat er wel een waarde op het display verschijnt.
De bereiken voor VDC zijn: 400mV, 4V, 40V, 400V en 500V.
Volg voor het meten van gelijkspanning de volgende aanwijzingen:
1. Steek de rode meetsnoer in de VΩmA meetbus en de zwarte meetsnoer in de COM meetbus.
2. Zet de draaischakelaar in de juiste positie in het V
3. Verbind de meetsnoeren met het te meten object.
De gemeten waarde wordt getoond op het display.
Notitie
Het DCV meetbereik heeft een automatische bereikkeuze. De ingangsimpedantie is circa 10 MΩ. Deze impedantie kan de
meetwaarde beïnvloeden in circuits met een hoge impedantie. Bij circuits met een impedantie van minder dan 10 kΩ is de
invloed circa 0,1% of minder.
Ontkoppel de meetsnoeren direct van het te meten object na het voltooien van de meting.
B.
Wisselspanning meting (zie figuur 3)
Waarschuwing
Om persoonlijk letsel of schade aan de meter te voorkomen dient vermeden te worden om spanningen hoger dan 500V te
meten ondanks dat er wel een waarde op het display verschijnt.
De bereiken voor VAC zijn: 200V en 500V.
Volg voor het meten van wisselspanning de volgende aanwijzingen:
1. Steek de rode meetsnoer in de VΩmA meetbus en de zwarte meetsnoer in de COM meetbus.
2. Zet de draaischakelaar in de juiste positie in het V
3. Verbind de meetsnoeren met het te meten object.
De gemeten waarde wordt getoond op het display.
© Havé-Digitap BV
Figuur 2
in het display zichtbaar is; bij een zwakke batterij kunnen onjuiste meetresultaten getoond
Figuur 3
bereik.
bereik.
4